84 15 JANUARI 1958 ons hier de das om. Het moet mogelijk zijn om bij de rijksoverheid begrip te vinden voor de speciale positie waarin Breda verkeert. Hebben wij te luxueus geleefd? Geld over de balk gegooid? Neen. Wij zijn slechts doende een achterstand in te halen. De annexaties hebben ons een bevolkings- en gebiedsaanwas be zorgd, die de uitgaven voor verzorging schrikwekkend deden stijgen. Ik kan mij niet voorstellen, dat de huidige minister van binnenlandse zaken, ex-wethouder van Breda, dit niet zou weten. Wanneer dan ook aangedrongen zou worden op bezuiniging, dan antwoord ik daar op: slechts daar waar het kan en dat is niet veel. Heel veel plannen liggen reeds in de ijskast. Ofschoon ik geen „plannen-man" ben, kan ik me wel aansluiten bij het voorstel van de heer Vermeulen inzake het opstellen van een financieringsplan voor de toekomst. Ik wil dat verzoek gaarne on dersteunen. Bezuinigd kan worden door meer efficient te werken waar ik straks nog op terug kom en mogelijk ook bij subsidie verleningen. De woningbouw zal een uitermate belangrijke zorg voor de ge meente blijven. De gemeente moet de particuliere bouw blijven stimuleren. De bouwverenigingen verdienen de voorkeur. Hoe minder de gemeente bouwt hoe beter. De plannen om te komen tot 40.000 woningen in de particuliere sector, aanbesteed in 1958, lijken mij illusoir. Ik ben geen financier, noch econoom, doch voorlopig lijkt het mij zo te zijn, dat zeer weinig particulieren bij de huidige rentevoet aan bouwen kunnen denken. De rente is immers een te belangrijke factor voor de bepaling van de kostprijs, dan dat rendabel bouwen nog mogelijk zou zijn. Dat valt met geen bouwsysteem goed te maken. Gemeentebesturen kunnen betrekkelijk weinig veranderen aan deze moeilijke situatie. Slechts paraat zijn om alle mogelijkheden tot bouwen aan te grijpen: bouwrijpe grond, een goed uitbreidings plan en een niet al te lastige bouwverordening zijn daartoe nodig. Moeten we wachten met een nieuwe bouwverordening tot de nieuwe woningwet of de wet op de ruimtelijke ordening er is? Dat kan nog lang duren. De heer Vermeulen heeft gezegd, dat er te dure huizen worden gebouwd en dat daartegen iets gedaan moet worden. Dit is een klacht aan minister Witte, die ook in den lande wordt gehoord. Deze klacht wordt geuit vanuit de „ordenende-hoek". Ik kan daaren tegen een liberaal geluid laten horen nl., dat de gemeenten zoveel mogelijk van huizenbouw af moeten blijven. Vlotheid voorts in het afdoen van voorgelegde bouwplannenveelal wordt over die afwikkeling (zij het niet speciaal in onze gemeente) geklaagd. Op vestiging van nieuwe industrieën zullen wij voorlopig niet be hoeven te rekenen, eerder zal het zo zijn, dat de bestaande industrie handen vol heeft om draaiende te blijven. Alweer is op dit stuk geen taak voor de gemeentebesturen weggelegd en is afwachten de bood schap. Dit waren enkele opmerkingen over het algemeen beleid. Het beleid ten aanzien van de directe taken van het gemeentebe stuur geeft mij aanleiding tot enkele vragen. Waarom is niet voortgegaan met het efficiency-onderzoek? Toen de raad destijds kennis nam van het rapport betreffende de dienst van openbare werken werd in uitzicht gesteld, dat andere diensten en bedrijven zouden volgen. Vandaar immers de geheimhouding. Er is niets gevolgd: heeft Uw college de indruk dat alle andere diensten en bedrijven reeds voldoende efficient zijn georganiseerd? Juist nu wij de buikriem wat moeten aanhalen is efficient werken nodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 84