86 15 JANUARI 1958 De heer LAUWERIJSSEN zegt: Mijnheer de voorzitter, Veel behoefte heb ik niet om een lange algemene beschouwing te maken. Maar een paar dingen moeten mij toch van het hart. Met de eerste raadsvergadering van het jaar 1958 zijn door U mooie woorden gesproken waarvoor ik alle waardering heb. U sprak dat de oogst binnen was, dat het een goed oogstjaar was en dat daarbij ook een algemeen dankfeest past voor allen die eraan hebben medege werkt. Ik meen dat U daarmede hebt bedoeld dat de woningbouw gestadig voortgang heeft gehad en dat de bevolkingsaanwas steeds in een stijgende lijn gaat. Ik neem aan dat Uw college en Uw staf van ambtenaren hun beste krachten hebben gewijd aan het besturen en het beheren. Daarvoor mijn dank. Ik vind het alleen jammer dat er van oogstfeesten bij de agrariërs in de verre toekomst niet veel meer zal komen. Althans voor een groot gedeelte van de tuinders bevolking van Breda, de bakermat voor de tuinbouw. Ik zou er bij Uw college op willen aandringen, wanneer U tot realisatie van Uw voorgenomen plan zult overgaan, de uiterste toelaatbare prijs te be talen voor de grond en niet de ene meer en de andere minder, al naar gelang de een meer of minder de poot strak houdt. Een uniforme grondprijs was naar mijn mening wel gewenst. Het inschakelen van tuinders bij de beplanting gebeurt thans meerdere malen, maar er moeten toch ook ruime mogelijkheden zijn, zonder alle mogelijke theoretische kennis, om vordering te maken naar leidende functies. Ten aanzien van de schoolmelk-voorziening zou ik op willen mer ken, dat de zuiveltentoonstelling, deze zomer te Breda gehouden, voldoende gesproken heeft tot de Bredase bevolking, dat het heden voor het gemeentebestuur verantwoord moet worden geacht hiertoe in de kortst mogelijke tijd over te gaan. Ten aanzien van de pers die toegelaten wordt in de raadsverga dering wil ik opmerken, dat er twee redacteurs mij hebben betiteld in hun verslag van de raadsvergadering van 8 januari 1958 als dis sident-katholiek. Volgens Kramers woordenboek zou dat betekenen, met afwijkende mening in godsdienstige aangelegenheden. Ik kan hier maar moeilijk genoegen mede nemen. De notulen van 8 augustus 1956 vermelden het tegenovergestelde. Mochten er naar Uw mening in mijn zittingsperiode toch redenen aanwezig zijn om mij als dis sident katholiek te betitelen, dan zou ik dit gaarne van U vernemen. Zo niet, dan mag ik vap/U verwachten, dat de twee bewuste redac teuren c.q. de redactigjfop hun misplaatsing worden attent gemaakt. Hierna sluit de^'óorzitter te 23.10 uur de vergadering. De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 86