16 JANUARI 1958
91
„plezierige stimulansen". Weest gerust, heren strategen: U houdt
ons goed wakker, wij zijn gevechtsklaar
Wethouder MEIJS dankt voor de beschouwingen, welke de voor
zitter in het financiële vlak heeft gehouden. Dit is wel sprekers
terrein, maar dit is in prettig overleg zo overeengekomen. Spreker
kan daardoor zijn beschouwingen belangrijk inkorten. De uitkerin
gen uit het gemeentefonds zijn een dankbaar object om bij stil te
staan, omdat deze vanzelfsprekend invloed hebben op het tekort
van de begroting. Dit tekort is 3,1 miljoen, voorwaar een behoorlijk
bedrag. Hieraan moet worden toegevoegd, dat daarbij geen rekening
is gehouden met de subjectieve uitkering, die de gemeente hoopt en
verwacht te krijgen voor 1957. Dat er een dergelijke uitkering komt,
staat wel zo goed als vast. Als we daarmede rekening houden is
het tekort 3.100.000,x, dit is hetgeen we zullen krijgen over
1957. Er is gezegd, dat Breda in een ongunstige positie verkeert;
dit gaat grotendeels wel op. De heer Vermeulen zegt: als we 20,
per inwoner meer krijgen, liggen we hoger dan andere gemeenten.
Als we de tekorten buiten beschouwing laten, die zij toch nog op
hun begroting hebben, is dit zo. Dit zal de heer Vermeulen wel
geweten hebben. Tilburg heeft een tekort, niet van 800.000,
zoals de heer Vermeulen gezegd heeft, maar van 2.191.087,en
waarbij dan nog plm. 400.000,reeds is afgetrokken, welk bedrag
men wil halen uit de nutsbedrijven, als de raad daarmede instemt.
Haarlem heeft een uitkeringsbedrag van 63,71 per inwoner, en een
tekort van 5.370.000,Eindhoven ligt ruim 20,hoger dan
Breda en heeft een sluitende begroting. Groningen heeft 5,— meer
dan Breda, en heeft 2.600.000,tekort. Arnhem 80,23 en een
tekort van 1.800.000,Er zijn nog meer gemeenten met grotere
uitkeringen, welke alle een groot tekort op hun begroting hebben.
Spreker vraagt zich af wat het nut is van een plan op langere
termijn. We kunnen ons nu niet binden; we weten ook niet met
welke cijfers wij de begroting op zullen moeten stellen. Wij kennen
noch de verhoudingen, noch de ontwikkeling. De gemeentelijke be
grotingstekorten zijn een algemeen verschijnsel. Breda verkeert wat
dat betreft niet in een uitzonderingspositie. Ook elders zijn er, zoals
gezegd, tekorten. Dit ligt voor de hand. Bij het opstellen van de
begroting moet men uitgaan van de bijdragen, die uit het gemeente
fonds worden toegekend. Dit gegeven is bekend, maar is niet rek
baar te maken. Dit zou wel kunnen als de plannen voor de toekomst
door zouden gaan.
De heer Vermeulen heeft gezegd: de uitkeringen uit het gemeente
fonds belopen 8.000.000,en de uitgaven voor onrendabele inves
teringen en niet geldelijk rendabele lonen resp. 3.400.000,en
4.400.000,Er zou slechts 200.000,overblijven voor subsidies
enz. Hij vergeet echter het eigen belastinggebied, de winsten uit de
bedrijven en de inkomsten uit bezittingen, die alle samen
4.000.000,bedragen.
Ieder jaar wordt gevochten tegen een begrotingstekort; het ge
vecht moet van jaar tot jaar worden verplaatst.
Er is gezegd: de belastinguitkering van Breda is te laag. Dit klopt
niet helemaal. Deze komt overeen met het landelijk gemiddelde.
Daarover hebben we feitelijk niet te klagen.
Spreker heeft zoeven reeds gesproken over plannen voor de toe
komst. Dit is moeilijk vast te leggen. De gemeentelijke uitgaven zijn
niet statisch; de eigen uitgaven zijn variabel. Er zou nodeloos werk