92 16 JANUARI 1958 gedaan worden het is inefficiënt. Een doelbewuste politiek gaat van begroting tot begroting. Wij kunnen niet anders. Gevraagd is: waarvan moeten wij onze grote gebouwen finan cieren Dit is nu niet te beantwoorden. Dit is te bezien naargelang de omstandigheden dit mogelijk maken. Er zijn zaken bij, die nodig tot stand moeten worden gebracht. Wanneer dat zal zijn is niet te zeggen. Dit zal tenslotte afhangen van de mogelijkheden, die natio naal gesteld worden. Spreker wil nog even teruggrijpen op een door de heer Vermeulen gemaakte opmerking, inzake sprekers standpunt in 1955. Spreker heeft dienaangaande de notulen geraadpleegd, want hij had het idee, dat hij destijds de nodige voorzichtigheid in acht had genomen. De heer Vermeulen zegt,dat spreker in 1955 beweerd zou hebben: „in 1958 zal de begroting sluitend zijn". Uit de notulen 1955 (bldz. 322) blijkt, dat spreker daarbij uitging van een nieuwe regeling Oud per 1 januari 1958. Letterlijk staat er het volgende: „In antwoord op de desbetreffende vraag van de fractie voorzitter van de K.V.P. hoeveel jaren Breda nog met een niet- sluitende begroting zal moeten werken, zou ik dus willen antwoor den, dat Breda vanaf het tijdstip, dat de nieuwe regeling van de financiële verhouding in werking treedt, t.w. vermoedelijk 1 januari 1958 wederom met een sluitende begroting in zee zal kunnen gaan." In verband met hetgeen de heer Cosijn gezegd heeft, merkt spre ker op, dat de lasten van door de raad verleende, doch nog niet door gedeputeerde staten goedgekeurde, kredieten ad 22.000.000,nog niet in deze begroting zijn opgenomen, omdat deze op zijn gunstigst zullen worden opgevangen door de jaarlijkse post van 850.000,- voor lasten van nieuwe investeringen. Spreker is het met de heer Toxopeus eens, dat het onjuist zou zijn de toenmalige gemeentebesturen te verwijten, dat zij in 1939/ 40/41 te zuinig zijn geweest. Het is alleen jammer, dat de betrokken gemeenten er door de basering op de cijfers uit die jaren zo slecht afgekomen zijn. Spreker is erkentelijk voor de waardering van de zijde van de heer Vermeulen inzake de verbetering in de groepering der cijfers in de begroting. Hierdoor is de continuïteit uiteraard in zekere zin verbroken. Spreker verwacht, dat de gevolgde lijn voorlopig kan worden aangehouden, zonder in starheid te vervallen. De controle van de rekening bevalt de heer Vermeulen slecht, omdat daarvoor steeds zo weinig tijd genomen wordt. Maar er is nooit gezegd, dat de commissie er zo weinig tijd aan mag besteden. Dit maakt de commissie zelf uit. Een andere vraag is, of het wel nodig is dit zo op te vatten, in aanmerking genomen de minitieuze accountantscontrole. Spreker meent niet, dat de vraag van een vaste commissie acuut is. Eventueel kan de raad t.z.t. zelf een commissie instellen, die het meest bevoegd geacht wordt. Met betrekking tot het veelvuldig openbreken van straten is het niet juist de diensten verwijten te maken. Er is geen gebrek aan samenwerking, maar men moet rekening houden met de mogelijk heden. In verband met de verkoop van gemeentewoningen is nog gespro ken over de mogelijkheden van de hypotheekbank i.v.m. de investe ringsbeperking. Het is inderdaad heel jammer, dat deze in zijn werking beperkt is geworden. De bank werkte heel vlot en het was een voldoening zoveel akten te zien passeren. Een en ander is van zelfsprekend van invloed op de verkoopmogelijkheid der woningen. Spreker gelooft, dat voor beperking van de kermissen inderdaad de tijd rijp is. Ook de belanghebbenden zijn er wel voor te vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 92