94 16 JANUARI 1958 overleg gepleegd met het departement. De argumenten van het departement zijn onbegrijpelijk; er is bij een bepaalde gelegenheid wel eens gezegd: Breda heeft toch geen gevangenis!" Spreker hoopt, dat „Den Haag" spoedig overstag zal gaan. Spreker zal van de heer Vermeulen nog gaarne vernemen, wat hij met het bejaardenprobleem meer in het bijzonder heeft bedoeld. Voor een groot deel is deze zorg aan het rijk getrokken. Door de heren Vermeulen en Toxopeus werd de aandacht geves tigd op de werkloosheid. Deze breidt zich inderdaad sterk uit. Plan nen voor uitvoering van publieke werken hebben de aandacht van b. en w. De heer Cosijn heeft gevraagd hoeveel jonge gezinnen elders inwonen, en hoeveel er als woningzoekend zijn ingeschreven. Het totaal aantal ingeschrevenen op 1 januari j.l. is 2623. Hiervan zijn 800 a.s. echtparen. Er zijn 1800 woningzoekenden, die öf inwonen öf te klein wonen. Het aantal inwonenden op 30 juni 1956 was 2172; dit waren zowel woningzoekenden als personen, die ondanks het feit, dat zij inwoonden, over voldoende woonruimte beschikten. De heer Cosijn heeft gevraagd hoe het staat met het regionaal woonwagenkamp. Aan de dienst van openbare werken is opdracht gegeven om met spoed te komen met een algemeen plan. Breda be hoort tot die 8 Brabantse gemeenten waar een regionaal kamp komt Ieder kamp wordt ingericht naar een capaciteit van 80 wagens. De bedoeling is het regionale kamp te stichten op de plaats, waar nu het woonwagenkamp is gelegen. Onderzocht wordt nog welke ge meenten tot de stichting van het kamp zullen medewerken. Onder sprekers voorzitterschap is een commissie ingesteld terzake van het woonwagenwerk; een kleine afdeling uit deze commissie zal een rapport voor b. en w. samenstellen. Daarna is een afgerond plan voor de raad te verwachten. De heer Minderhoud heeft dank gebracht aan de leiding van het woningnoodbureau; spreker wil in deze dank ook het overige per soneel van het bureau betrekken. Wethouder STUBENROUCH constateert, dat ook zijn aandeel in de strategie gering geweest is. Hij betwijfelt echter of hij in zijn antwoord zo kort zal kunnen zijn. Ook strategen zingen zoals ze gebekt zijn. Hij vindt het bijzonder jammer, dat de gemeente door de finan ciële perikelen niet in staat is datgene te doen wat traditie is ge worden. Spreker wil wijzen op de moeilijkheden met de scholen bouw; dit draait over veel schijven en dan niet op 78, maar op 33V3 toeren als een langzaam draaiende gramofoonplaat. Het loopt alles niet zo snel als mogelijk zou kunnen zijn. Op het gebied van de gymnastieklokalen is een enorme achter stand. Uit het onderwijsverslag 1953 blijkt duidelijk van opportunis me. Sedert 1953 kwamen 180 schoollokalen gereed en 3 gymnas tiekzalen. Dit ligt op een gemiddelde van 1 lokaal op 60 klassen. Voor Noord-Brabant ligt dit 1 op 47 klassen, Zuid-Holland 1 op 18,8 en Noord-Holland 1 op 13,4 klassen. Er moet een achterstand van 18 lokalen worden ingelopen. De heer Minderhoud heeft gesproken over verhuring van gym nastieklokalen beneden de kostprijs. Hij zegt, dat men wel lokalen wil hebben, ingericht naar de eisen van de tijd, maar als het op huurbetaling aankomt, ho maar. Dit geldt ook voor de sportterrei nen. Voor rijkslokalen is een vergoeding verschuldigd van 1,50 per uur. Een morgen, een middag of een avond kost 4,Tot de voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 94