16 JANUARI 1958 95 waarden behoort, dat onder leiding van een deskundige moet wor den geoefend. Deze deskundigen moeten ook betaald worden. Het tarief geldt alleen voor verenigingen, die zijn georganiseerd in door het rijk erkende bonden. Niet erkende verenigingen betalen dubbel tarief. De bedragen, die de gemeente voor hun zalen vraagt, hoe wel lang niet de kostprijs, liggen t.o.v. de rijkssituatie niet ongun stig. Overigens zijn de zalen en de sportvelden belangrijk voor de lichamelijke opvoeding van de jeugd, reden, waarom ons college geen hogere bedragen wil vragen. De heer Minderhoud heeft gewag gemaakt van de twijfel bij de schoolbesturen of in de behoefte aan lokalen nog op tijd zal kunnen worden voorzien. B. en w. hadden een bepaald schema opgezet, maar de door de nu ook nog gebleken noodzaak van huisvesting van repatrianten is dit schema op losse schroeven gekomen. Enerzijds blijven b. en w. pogingen doen om ieder onderwijs te kunnen doen geven, waarop hij recht heeft; anderzijds wordt met de school besturen contact opgenomen over aanbiedingen, die kunnen worden gedaan. Uiteraard is het gemakkelijker een L.O. klas in een filiaal onder te brengen dan U.L.O.-klassen. Men moet van de nood een deugd maken. Dat de spreiding zou leiden tot verlies van leer krachten wil er bij spreker niet in. Alle gemeenten zitten met deze moeilijkheden. De heer Lauwerijssen heeft gesproken over de schoolmelkvoor- ziening. Eigenlijk was spreker blij, dat door het vertrek van de heer Samson een pleitbezorger voor de schoolmelk verloren was gegaan, maar deze Samson heeft een Goliath gevonden in de persoon van de heer Lauwerijssen. B. en w. bevinden zich met hun standpunt echter in goed gezelschap. Bij de behandeling van de rijksbegroting hebben dezelfde motieven gespeeld als die, welke b. en w. hebben aangevoerd. Het particuliere initiatief moet deze zaak entameren; eventueel kan subsidie worden aangevraagd. Bij de openbare scholen blijkt volgens de hoofden geen behoefte aan deze schoolmelk- verstrekking te bestaan. Het verheugt spreker, dat de heer Cosijn heeft aangedrongen op bevordering van het contact met de Zuiderburen. Binnen het kader van de samenwerking werd onlangs in het Bredase stadhuis een administratieve dag gehouden. Initiatieven hebben geleid tot een samenspraak met Antwerpen en Bergen op Zoom over het aan trekken van de culturele banden. Spreker hoopt het resultaat hier van binnenkort tegemoet te zien. Spreker is bijzonder content over de openhartige mening van de heer Minderhoud op het stuk van het subsidiebeleid. Inderdaad dient er voor te worden gewaakt, dat dit leidt tot het uitleven van hob bies, en daarbij verwijten aan het gemeentebestuur van onvoldoende subsidiëring. Spreker is het er niet helemaal mee eens, dat gezegd is, dat de jeugd zelf te weinig opbrengt, en dat deze alleen maar op vakantie wil gaan. De jeugd wil ook andere dingen. Voor de Beyerd zijn 3500 jeugdabonnementen afgegeven. Spreker gelooft niet, dat de heer Minderhoud bij zijn subsidie- betoog ook het oog heeft gehad op de kruisverenigingen. Deze subsidies o.a.: liggen in een geheel ander vlak; als het particulier initiatief dit werkterrein niet zou betrokken hebben, zou er aan minstens evenveel geld kostende overheidstaak liggen. De heer To::opeus meende, dat de cultuur wel een onderdeel zou kunnen zijn, waarop men zou kunnen beperken. Waar ligt echter de grens? Dat waakzaamheid geboden is, wil spreker toegeven. Daarnaast moet niet worden vergeten, dat het moeilijk is uit het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 95