16 JANUARI 1958
97
eisen de woningen moeten voldoen terzake van hoogte, afmetingen
etc. Als er van een beleidsfout sprake zou zijn, is die evengoed
door de raad zelf gemaakt. Spreker gelooft niet, dat dit zo is. Kort
na de oorlog was er een aanmerkelijk verschil tussen woningwet-
bouw en particuliere bouw. Thans is dit niet meer zo groot. De
kwaliteit is in verschillend opzicht vrijwel gelijk. De huren der
woningwetwoningen zijn echter veel lager. De rijksbijdrage geldt
dan ook niet voor particuliere bouw. Daarom is het rijk overge
gaan tot premietoekenning. Door een wijziging in de premierege
ling is deze thans op 125 gebracht voor woningen, welke niet
duurder zijn dan ca. 19.000,— en geen hogere huurwaarde heb
ben dan 105,per maand. Dit is een respectabel bedrag en voor
velen te hoog. Het rijk heeft pogingen gedaan de bouw van duur
dere woningen te beperken. Woningen, welke duurder zijn dan
19.000,doch goedkoper dan 30.000,krijgen halve premie.
Boven 30.000,wordt geen premie toegekend. Vroeger was het
al dan niet toekennen van premie afhankelijk van de inhoud van
de woning. Boven de 500 m3 werd geen premie toegekend.
In 1953 werd een vrije marge van 25 toegestaan om de parti
culiere bouw aan te moedigen. Daarvan werd gretig gebruik ge
maakt. Toen het mogelijk bleek alle woningen aan particulieren te
verkopen is daaraan een einde gemaakt. Nu de bouw weer stag
neert, is voorlopig weer 25 toegestaan, met uitzondering van
de woningen beneden 19.000,die voor ingezetenen van Breda
beschikbaar moeten blijven.
De heer Toxopeus heeft gesproken over modernisering van de
bouwverordening. Twee drie jaar geleden was deze ver gereed.
Toen kwam de ruimtewet op stapel; er werd van de zijde van de
Ver. van Ned. Gemeenten geadviseerd om met de nieuwe bouw
verordening te stoppen. Spreker weet niet wat eventueel de voor-
of nadelige gevolgen zijn van de ruimtewet voor het bouwen van
woningen in Breda. Er is in ieder geval wel een groot verschil
met het platteland.
De heer Toxopeus heeft gezegd: laat meer bouwen, de woningen
zullen wel niet leeg komen staan. Dit is ook wel de opvatting van
b. en w. B. en w. Kunnen niet gaan bepalen wat voor soort huizen
er gebouwd moet worden. Als dit niet zo was kwam het risico
geheel voor de overheid. Aan de particuliere bouwers kan beter
het eigen risico worden gelaten. Als er iets gedaan werd om het
bouwen te animeren was dit niet ter bescherming van de bouw
ondernemers, maar om de bouwvakarbeiders aan het werk te
houden. Deze mensen konden gemakkelijk elders werk vinden,
maar ze zouden niet zo gemakkelijk terugkeren. Destijds was nl.
de bouwcapaciteit een belangrijke factor voor het bouwvolume. De
heer Toxopeus heeft ook vlotte medewerking gevraagd bij het
verlenen van bouwvergunningen. Het ophouden gebeurt echter niet
hier, maar bij het ministerie. De reden was dat men niet te veel
bouwwerken tegelijk wilde zien aanvangen.
De heer Cosijn heeft een adviescommissie van vrouwen bepleit,
die o.m. de woninginrichting zou moeten bestuderen. Aan de voor
bereiding van zulk een commissie wordt reeds gewerkt. Door de
diverse vrouwenorganisaties is nl. een voorbereidend comité inge
steld, dat besloten heeft eerst een jaar te gaan studeren. De resul
taten moeten worden afgewacht. Voorts heeft hij gevraagd naar
een vergoedingsregeling voor huurders van winkelpanden. Ook in
dit opzicht kan een geruststellende mededeling worden gedaan. In
de raadsvergadering van 15 januari zijn reeds enige gevallen aan