23 MAART 1959 97 schrokken van de zware consequenties van omzetting van het tuinbouw gebied Princenhage in een woongebied. Een andere reden is, dat hangende een beroepsprocedure geruime tijd in het geheel niets terzake van het gehele hoofdzakenplan kan worden ondernomen. In de tweede plaats achten burgemeester en wethouders de kans om in hoger beroep gelijk te krijgen zeer gering. Wordt er geen beroep ingesteld dan kan gelukkig verder worden gegaan met het hoofdzaken- plan voor zover dit nu is goedgekeurd. In april of mei kan de raad dan reeds beslissingen nemen met betrekking tot een tweetal onderdelen van het plan. Zou de raad toch aan beroep de voorkeur geven dan zou spreker liever nu nog geen beslissing willen zien; in ieder geval heeft de raad nu we! de gelegenheid een standpunt te bepalen. De heer VERMEULEN is nu de strekking van het preadvies wat duidelijker geworden, omdat dit blijkbaar verband houdt met de procedure. Het verwondert hem dat de raad het instellen van beroep tegen niet- goedkeuring van besluiten van gedeputeerde staten heeft gedelegeerd. Het gaat om een raadsbesluit en het lijkt vreemd dat burgemeester en wet houders tegen een besluit van gedeputeerde staten met betrekking tot een dergelijk raadsbesluit beroep kunnen aantekenen. Intussen heeft spreker begrepen dat burgemeester en wethouders menen dat in het besluit van gedeputeerde staten moet worden berust. De raad heeft echter nog wel de mogelijkheid tot een andersluidend advies. Gelet op het standpunt dat burgemeester en wethouders nu innemen, zo kort nadat het raadsbesluit inzake het hoofdzakenplan is genomen, rijst de vraag of aan de voor bereiding wel alle aandacht is besteed, die nodig was. Is de toen door de voorzitter gegeven toelichting wellicht te overdreven geweest? Er waren geen alternatieven. Degenen, die bezwaren hadden ingebracht, konden deze evenmin verschaffen. Nu, na zo korte tijd, menen burgemeester en wethouders te moeten berusten in een besluit van gedeputeerde staten dat een deel van het hoofdzakenplan niet goedkeurt. Dit bevredigt niet. Het argument van tijdverlies bij een beroepsprocedure is een opportu nistisch argument. Het hoofdzakenplan richt zich naar de bestemming van de gronden op lange termijn. Hoe zien burgemeester en wethouders dit in stedebouwkundig opzicht in verband met het Kreekrakplan? Wat is de consequentie van het niet aanwijzen van dit tuinbouwgebied voor be bouwing? Er zal nu nog meer kascultuur worden gepleegd omdat de vrijheid daartoe aanwezig is. Als de noodzaak ontstaat dit gebied in de toekomst toch voor woningbouw te gaan gebruiken wordt dit onmogelijk door de hoge verwervingskosten. Spreker acht het onderwerp te belangrijk om dit op deze agenda „on verhoeds" af te doen. Hij zou het voorstel liever zien aangehouden, waarna dit nog eens met de voorzitter kan worden besproken ter afweging van de diverse belangen die hierbij nu een rol spelen. De heer mr. BASTIAANSEN deelt de bezwaren van de heer Ver meulen, al kan hij er in komen dat het nodig was op korte termijn de visie op het onderwerpelijke vraagstuk te wijzigen. Als in het onder havige gebied kascultuur gaat worden gepleegd zal het inderdaad veel moeilijker worden als dit te eniger tijd toch voor stadsuitbreiding moet worden aangesproken. Als hier bij wijze van spreken „voor eeuwig" geen kans op is, kan hij wel genoegen nemen met berusting in het standpunt van gedeputeerde staten. In verband met het voorstel tot het aanhouden van deze zaak zal spreker nog gaarne vernemen of er haast bij is. Is het mogelijk de beslissing nog 14 dagen uit te stellen? Wethouder JONGBLOED deelt mede dat eventueel vóór 11 april 1959 beroep moet worden ingesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 97