98f 23 MA-ART 1659 De heer mr. BASTIAANSEN is alles nu wel wat duidelijker geworden. Er zij.a ook nog de belangen van de naburige, gemeenten. Misschien moet een. bepaalde tactiek worden gevolgd. Het nu niet aantekenen van verzet kan mogelijk op ander terrein voordelen opleveren. De heer QUADEKKER dacht dat in dit verband het woord strategie juister zou zijp. Hij wil aanhaken op hetgeen-de heer Vermeulen heeft gezegd. Als de beroepstermijn dit inderdaad mogelijk maakt zou. hij. gaarne een uitgebreider-preadvies ontvangen. Waar moeten nu de huizen gebouwd worden, die aanvankelijk in het kwestieuze tuinbouwgebied waren gedacht? De heer KROON kan de bezwaren van de heer Vermeulen voor een groot deel onderschrijven. De wethouder heeft gezegd dat burgemeester en wethouders geschrokken zijn van de bezwaren, welke verbonden zijn aan de ingebruikgeving der onderhavige tuinbouwgronden. Deze bezwaren waren echter - tevoren- al- bekend, omdat deze destijds door de tuinbouw- verenigingen al sterk naar voren waren gebracht. Over een en ander is destijds al sterk nagedacht. Spreker begrijpt de bedoeling van burgemeester en wethouders dan ook niet geheel. Misschien- is hier inderdaad sprake van- tactiek, of zo men wil strategie. Het is vreemd dat nu een ander- besluit moet worden genomen dan het vroeger zo uitvoerig verdedigde door de voorzitter van de raad. Het is niet duidelijk waarom daar nu op moet worden teruggekomen. Spreker voelt er voor deze zaak op te schorten in afwachting van nadere informaties. De heer TOXOPEUS zou gaarne eveneens het stuk zien aangehouden. Ook- hij heeft behoefte aan soortgelijke informaties. Het is misschien moeilijk de tactiek in een openbare vergadering uit de doeken te doen. Het- seniorenconvent lijkt daar wel een geschikte plaats voor; mogelijk is een besioten raadsvergadering nog beter te achten. Dè heer BIEMANS memoreert dat het besluit tot aanwijzing der onder havige. gronden - is genomen in de vorige zittingsperiode toen hij nog geen lid van deze raad was. De agrariërs hebben destijds gepoogd de raad van het nu omstreden besluit te weerhouden. Zij hebben de raad niet kunnen overtuigen;- er waren slechts twee tegenstemmers.. Spreker kan het besluit var. gedeputeerde staten niet betreuren. Het niet in beroep gaan acht spreker een gelukkig en gemotiveerd besluit van burgemeester en wet houders. Zowel burgemeester en wethouders als de raad hebben de situatie destijds niet voldoende bestudeerd. Gedeputeerde staten hebben dit wel gedaan. Er is gezegd dat het hier om een plan op lange termijn gaat? naar sprekers mening inderdaad,-een te lange termijn. Het gaat niet aan de tuinders op zo lange termijn te binden. Het college van gedeputeerde staten ziet blijkbaar nog wel andere mogelijkheden voor de stadsuitbrei ding. Spreker hoopt dan ook dat het betrokken tuinbouwgebied behouden zal kunnen blijven. Hij wil een vergelijking trekken met het Westland, waar een soorgelijke situatie geldt, b-n-Tif,! - De burgemeester, mr. dr. G. N. M. KORTMANN, neemt de leiding der vergadering over. De heer MINDERHQUD heeft van de wethouder vernomen dat de kansen in een beroepsprocedure niet gunstig liggen. Waaruit moet dit worden geconcludeerd? Waren de gronden, waarop spreker in eerste, instantie doelde, van,minder waarde dan de overige gronden? Spreker begrijpt dit niet goed. Hij is niet van plan de agrariërs dwars te zitten, maar hij meent dat t aan het oorspronkelijk, besluit moet worden vast gehouden. Spreker is er dan ook voor om in beroep te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 98