100 23 MAART 1959 Princenhage en de grote moeilijkheden van verplaatsing. Deze twee motie ven doen het burgemeester en wethouders niet verstandig voorkomen in beroep te gaan. Gedeputeerde staten zijn intussen aan onze verlangens wel heel ver tegemoet gekomen door zich niet te verzetten tegen de afbouw van de Rozenkransparochie en de kom van Princenhage. Overigens is het verstandig de problemen van het vinden van bouwgrond voor de stad op langere termijn nu niet aan te roeren. Deze behoren op de klassieke wijze te worden terugverwezen naar het overlegorgaan. Spreker geeft tenslotte de raad in ernstige overweging burgemeester en wethouders te volgen. Er mag niet worden vergeten dat ook ten opzichte van andere gebieden vele bezwaren werden ingebracht, b.v. de Hoge en Lage Vught. Alle bezwaren van belanghebbenden zijn ongegrond verklaard. Bij beroep komt ook deze zaak op losse schroeven te staan. In deze phase moet men niet in beroep gaan. Alsdan kan in de eerstvolgende vergadering worden voorgesteld de ingevolge de woningwet nodige besluiten te nemen, strekkende tot het onmogelijk maken van speculatieve handelingen. Op uiterst korte termijn kunnen dan ook de uitbreidingsplannen van de kom van Princenhage en de Rozenkransparochie worden vastgesteld. Gelet op de beroepstermijn hebben burgemeester en wethouders de onder havige kwestie nu reeds op de agenda geplaatst, terwijl de raad nu in een openbare vergadering van zijn meningsvorming kan doen blijken. De heer KROON acht de zaak na deze uiteenzetting wel wat duidelijker. De voorzitter heeft destijds zeer sterk gesteld dat dit plan gerealiseerd moest worden. Het zou voor spreker nu wel gemakkelijker zijn om te beslissen als hij wist hoe nu de geplande uitbreiding van het aantal inwohers moet worden opgevangen. Uiteraard spelen hier ook de andere betrokken gemeenten in mede. De heer QUADEKKER is het niet duidelijk dat de bestemming van de Hoge en Lage Vught op losse schroeven kan komen door het instellen van beroep. De heer mr. BASTIAANSEN heeft in eerste en tweede instantie reeds verklaard dat hij de gevolgde wijze van schriftelijke toelichting wel erg summier vond. De voorzitter heeft nova gegeven die de raad kunnen overtuigen. Spreker is met deze toelichting wel tevreden en heeft daarom tegen het standpunt van burgemeester en wethouders geen bezwaren. De heer VERMEULEN wil hetgeen de heer Bastiaansen over dit onvoldoende preadvies in deze belangrijke materie heeft gezegd onder schrijven. In ieder geval is nu bekend waarom burgemeester en wethouders willen berusten in het besluit van gedeputeerde staten. Een der argumen ten is dat tijdens het overleg is gebleken dat de potentiële waarde der gronden hoger is dan destijds door de plaatselijke deskundige werd aan genomen. Het verwondert spreker dat ondanks de deskundige voorlichting een dergelijk enorm verschil in de taxaties mogelijk was. De vraag rijst wat hier met potentiële waarde bedoeld wordt: wordt hier een intensive ring van de cultuur bedoeld? Als dit zo is dan komt de overweging aan de orde of dit gebied te eniger tijd toch aan de stadsuitbreiding zal moeten worden opgeofferd. In dat geval zal de verwerving nog weer moeilijke'- worden. De heer TOXOPEUS acht de behandeling van dit korte preadvies een les voor de raad van Breda. Destijds is over deze zaak uitvoerig beraad slaagd. Met bloedend hart is toen besloten het omstreden gebied mede in het plan te betrekken. Nu geeft de voorzitter drie nova waarom het beter is die grond te laten zoals het is. De eerste twee zijn de nu bekende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 100