23. MAAKT 1959 103 wordt dus voorgesteld het tennispark; in handen van een stichting te geven. Spreker had op dit punt gaarne een wat ruimer toelichting gezien. Wat en wie. is deze stichting? Heeft de gemeente nu de volle vrije beschikking over het complex? Waren er meer gegadigden? Is er een openbare bekend making geweest? Hoe. is het onderhoud en het toezicht geregeld? Wie leidt dit park? Er is wel een stichting, maar er moet toch iemand zijp, die ter plaatse de leiding op zich neemt? Al deze punten had spreker gaarne in het. preadvies zien verwerkt. De heer VAN- DEN EEDEN- kan de heer Bastiaansen voor een deel beantwoorden. Uit de stukken blijkt dat inderdaadeen advertentie voor gegadigden is geplaatst. De inschrijvingen belopen bedragen van 2.000, tot 5250,Waarom wordt nu voor 3100,aan de stichting toe gewezen? De heer KRAMERS zou het betreuren als de verhuur aan een stichting zou betekenen dat niet-leden der samenwerkende verenigingen geen toe gang tot het park zouden hebben. Het park is voor Breda als geheel bestemd. Spreker zou daarom gaarne een bepaling dienaangaande in de voorwaarden zien opgenomen. De heer VAN BOXTEL zou. gaarne een voorstel van orde doen. Door een drietal sprekers zijn al een groot aantal vragen gesteld. In de afdeling voor de subsidies is over deze zaak al lj^ uur vergaderd. Uiteindelijk is- deze commissie akkoord gegaan, zij het niet met de vlag in top, maar omdat dit voorstel het best bereikbare resultaat was. Het zou verhelderend kunnen werken als de wethouder thans een summiere samenvatting van het verhandelde in de afdeling voor de- subsidies zou willen geven. Op deze wijze zal ook gemakkelijker tot een besluit kunnen worden gekomen. Wethouder STUBENROUCH antwoordt dat de gestelde vragen inder daad de hoofdschotel vormden in de afdeling voor de subsidies. Dit sum miere voorstel is- in haast gemaakt, welke haast is- ingegeven door de aanvang van het tennisseizoen. Daarbij zijn in het aanvankelijke concept besluit enige schönheitsfehler geslopen; mede daarom is nu een verbeterd exemplaar aan de raad overhandigd. De gemeente is nuinderdaad eigenaresse van het park; de akten zijn gepasseerd. Er is een openbare inschrijving geweest en de daarop betrek king hebbende stukken werden ter visie gelegd. Een aantal gegadigden werden niet in staat geacht dit tennispark te exploiteren, anderen vol deden wel aan de eisen, doch het zou te ver voeren thans in te gaan op de overwegingen van burgemeester en wethouders om aan de stichting te verhuren. Gemeend werd dat het aanbeveling verdiende niet aan een privaat persoon te verhuren doch aan een instelling, waarin de direct belanghebbenden zijn vertegenwoordigd. Men- moet het belang van de rechtstreekse bemoeiing dezer belanghebbenden met de tennissport niet wegcijferen. Het is hier b-.v. anders dan met de verhuur van een grasmat. Het lijkt burgemeester en wethouders alleszins redelijk op deze wijze een proef te nemen, al zijn zij er zich van bewust dat bet voor de raad niet eenvoudig is in deze te beslissen. Zo hebben de heren Van den Eeden en Kramers reeds gewezen op de mogelijkheid van een monopoliepositie van de stichting. Als de samenwerkende clubs „de buit binnen hebben" is het echter aan burgemeester en wethouders om de resterende uren te verdelen. In het verbeterde exemplaar der voorwaarden is sub c zodanig geredigeerd dat daaruit duidelijk blijkt dat de stichting geen aanspraak kan maken op een monopoliepositie. Burgemeester en wethouders gaan geheel mede met de gedachte van de heer Kramers inzake het gebruik; het is dan- ook de bedoeling gelijktijdig met de aanbieding van het contraat een brief aan .de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 103