116
15 APRIL 1959
burgemeester en wethouders op de door hem gestelde vragen. In het ant
woord op de eerste vraag stelt Uw college dat de mogelijkheid van een
goedkopere constructie tevoren terdege onderkend is. Spreker vraagt zich
af waarom deze mogelijkheid dan niet in het bestek is opgenomen. Waarom
heeft de technische dienst eerst een duurdere constructie gekozen. Welis
waar werd in de bij het bestek behorende nota van inlichtingen de
mogelijkheid van een goedkopere constructie opengelaten, doch het is
spreker niet duidelijk waarom niet van meet af aan met deze goedkopere
constructie rekening is gehouden. De aanbestedingssom was dan waar
schijnlijk nog lager geweest. Spreker zal het op prijs stellen hierop een
antwoord te mogen ontvangen.
Antwoordt
Vanwege het feit dat een openbare aanbesteding moest worden gehouden,
waarop iedereen kan inschrijven, was in het bestek voor de constructie
van de brug een traditionele oplossing gekozen. Het uitvoeren van voor
gespannen betonconstructies, waarbij in dit geval nog diverse variaties
mogelijk waren, eist zeer specialistische kennis en ervaring en bovendien
geëigend materieel. Naar wij veronderstellen is bij diverse inschrijvers het
indienen van variant-ontwerpen in overweging geweest. Uit het feit dat
deze varianten niet werden aangeboden mag worden afgeleid dat het
ontwerp van de laagste inschrijver het voordeligst was.
Vraag:
De heer HULSKRAMER vestigt de aandacht op de slechte toestand van
de Van Goorstraat. Hij verzoekt deze te verbeteren.
Antwoord:
Een plan tot verbetering van de Van Goorstraat zal U te zijner tijd
worden aangeboden.
Vraagt
De heer QUADEKKER heeft bezwaar tegen de gang van zaken met
betrekking tot de voorbereiding van de behandeling van de algemene
politieverordening; de raadsleden moesten snel hun visie geven, vóór een
bepaalde datum (4 maart). Een en ander schriftelijk en in afwijking van
de normale procedure. Op 4 maart komt de mededeling (gedateerd 28
februari), dat een en ander niet behandeld wordt in de raadsvergadering
van 11 maart en dat de tijd van indienen van schriftelijke wijzigingsvoor
stellen is verlengd tot 1 april. Dit op verzoek van een lid uit de raad.
Eenzelfde soort geval deed zich voor toen op 5 januari de mededeling
werd ontvangen, dat de informele vergadering op 7 januari niet doorging,
doch werd gekoppeld aan de raadsvergadering van 14 januari. Dit op
een verzoek uit de raad.
Spreker wil zeer gaarne een ieder terwille zijn, doch bij het verzetten
van een vergadering of het ingrijpend wijzigen als bovenbedoeld zou
hij wel gaarne zien dat dit, mede in verband met het vastleggen van
diverse andere data, vroeger (b.v. tenminste een week tevoren), zou
worden medegedeeld.
Antwoord:
Onderzoek te dezer zake heeft uitgewezen, dat in het eerstgenoemde
geval de waarschijnlijkheid bestaat, dat het betrokken stuk door vertraging
in de parafering later is uitgegaan dan 28 februari.
Het tweede geval is onverklaarbaar, aangezien het betrokken stuk inder
daad op 24 december is gepost.