122 15 APRIL 1959 artikel 57, 58, 59, 60, 61, 65, 67: Deze artikelen geven geen aanleiding tot opmerkingen. bladz. 62, art. 102: De heer QUADEKKER komt terug op het antwoord op de door hem gestelde vraag inzake het kloppen van kleden. Burgemeester en wethou ders menen op de burgerlijke beleefdheid te mogen vertrouwen. Spreker meent dat een dergelijk vertrouwen op alle artikelen van de politiever ordening zou kunnen slaan. De VOORZITTER antwoordt dat het kloppen van kleedjes e.d. vroeger uitvoerig was geregeld. Dit stamt uit de tijd toen er geen stofzuigers werden gebruikt en er voldoende huispersoneel beschikbaar was. Er werd veel geklopt en weinig gezogen. Thans komt het kloppen van kleden in veel geringer mate voor. Het is nu moeilijk dit werk aan een bepaalde tijd te binden, gelet op de zeer beperkte huishoudelijke hulp. Het euvel is nu ook veel geringer. Het is daarom beter het met de nu voorgestelde wijze eens te proberen. De heer QUADEKKER wijst er op dat het hoofdzakelijk om de oude binnenstad gaat. Daar gebeurt het nog wel dat gezinnen boven winkels niet over een stofzuiger beschikken. Het kloppen zou nu op ieder willekeurig uur op straat kunnen gebeuren en daarbij veel hinder voor de middenstandsbedrijven kunnen opleveren. De VOORZITTER adviseert akkoord te gaan met een proef. In het algemeen moet dit nog gezegd worden: de oude A.P.V. was een lappen deken. Er komt nu een nieuwe; op de duur wordt deze natuurlijk ook weer een lappendeken. Dat is niet te voorkomen en de raad heeft alle bevoegdheid op de verschillende bepalingen terug te komen. Het artikel wordt ongewijzigd vastge steld. bldz. 74, artikel 126 (vigerende A.P.V.) bu Mej. t' SAS zegt dat het antwoord van burgemeester en wethouders ge zo vol vertrouwen is dat zij daarmede wel akkoord wil gaan. Zonodig V zal zij in de toekomst hierop nog terugkomen. m< op De heer MINDERHOUD wil nog een laatste opmerking maken. Bur- sh gemeester en wethouders hebben verklaard dat de gemeentelijke straf- sa wetgever geen taak heeft terzake van het misbruik van nationale vlaggen. de Spreker meent dat er wel gemeenten zijn die op dit punt maatregelen wi hebben genomen. Spreker wil in ieder geval zijn misnoegen er over te kennen geven dat zo weinig eerbied voor de nationale vlag wordt betoond. he De algemene politieverordening is hier- ze mede met inachtneming van het voren- be staande vastgesteld. de be 5a. Ontheffing sluitingsregeling drankwetlokaliteiten. ge hc De heer VAN CAULIL zegt het volgende: gi' Het was in Bredase horecakringen reeds lang een bekend feit, dat U fe<

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 122