124 15 APRIL 1959 aan 150 bedrijven 1500 vergunningen verleend; in totaal zijn er 200 Horeca-bedrijven in Breda. Inwilliging van het adres van de Horeca bedrijven zou tot dergelijke consequenties leiden dat het wellicht doel matiger is het sluitingsuur meteen maar op 2 uur vast te stellen. Het gevraagde bonnensysteem heeft n.l. de volgende bezwaren: het brengt de caféhouder er toe de bonnen eerst in te vullen als de politie komt en ten tweede het doel wordt niet bereikt, want men gebruikt de bonnen niet volgens de daarvoor bedoelde bestemming, maar als het gezellig is. Dit wil het sluitingsuur nu juist niet. Verruiming op dit punt verzwaart de taak van de politie en leidt tot drankmisbruik. Spreker wijst er op dat het sluitingsuur in meerdere grote steden op 12 uur is gesteld. Men kan stellen: hef het sluitingsuur maar op, want bezit van de zaak is het eind van het vermaak. Als Nederlandse burgemeester zal spreker echter niet gaarne het Belgische voorbeeld volgen, gelet op de belangen van openbare orde en zedelijkheid. De huidige regeling wordt soepel ge hanteerd en de caféhouders hebben werkelijk geen reden tot klagen. Dat zij gaarne op 72 dagen een later sluitingsuur willen is wel te begrijpen, maar spreker kan hen niet volgen. Spreker wijst op de slechte ervaringen, welke vorig jaar zijn opgedaan. In 99% van de gevallen, waarin van de „licentia presumpta" is gebruik gemaakt betrof het geen Expobezoekers, doch Bredase gezelschappen. De politie heeft veel souplesse betoond. Ook de Horeca zelf is allesbehalve tevreden over de ervaringen. Met de heer Kramers gelooft spreker in vermindering van fraude bij uitbreiding van de ontheffingen. Maar spreker neemt zijn verantwoordelijkheid als hoofd der politie in deze zeer ernstig. Het gaat om grote belangen, waarover men niet lichtvaardig moet denken. De heer VAN CAULIL wil verwijzen naar hetgeen door burgemeester en wethouders is gezegd over het vertrouwen in de burgerij terzake van het matten kloppen. Een soortgelijk vertrouwen mag het college toch ook wel hebben in de Horecabedrijven terzake van het sluitingsuur. Het bonnenstelsel was als een snoepje, waarvan geen gebruik mocht worden gemaakt. Het was heel Vervelend en misschien is er wel misbruik gepleegd. De voorzitter heeft gesproken over een sluitingsuur van 1 uur in de Zomer; spreker wijst er op dat dit echter het gehele jaar door 12 uur is. Als dit 1 uur zou worden in de zomer is met enige verlenging een belang rijke verbetering bereikt. Spreker is bang, dat voor velen het Horeca bedrijf doet denken aan kroegjes, waar aan de tapkast het weekgeld wordt besteed. Voor de Horecabedrijven is dit de vervelendste zaak die er is. De bonafide ondernemers worden met de kwaden over een kam geschoren. Als er om 7 of 8 uur een aantal bussen binnenvallen, is sluiten om 12 uur beslist te vroeg. Ook na een vergadering wil men nog wel eens even een kopje koffie drinken en dan vindt men de Horecabedrijven gesloten. De heer VERMEULEN voelt er toch wel voor de politieverordening op dit punt te wijzigen. Het sluitingsuur van 1 uur tijdens de zomer maanden is er al ongeveer 4 a 5 jaar, zij het zonder rechtskracht. Het legaliseren van deze regeling zou aan een groot deel der bezwaren tege moet komen. De heer KRAMERS voelt wel voor een ontheffingssysteem met bonnen, doch in een andere vorm dan vorig jaar is gehanteerd. De heer TOXOPËUS vóelt voör de suggestie van de heer Vermeulen, de ervaringen met sluiting in de zomer op 1 uur zijn gunstig. De heren BASTIAANSEN, MINDERHOUD en QUADEKKER sluiten zich hierbij aan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 124