15 APRIL 1959 131 zou men nog wel een ander verhaal te horen krijgen. Hij acht het gewenst het overleg niet langer door ambtelijke instanties te doen voeren omdat het hier over een beleidskwestie gaat. De heer QUADEKKER is er voorstander van dat zowel punt 22d als punt 43 wordt aangehouden. Overigens is hij het geheel eens met de heer Vermeulen. De heer MINDERHOUD heeft zich met agendapunt 22d weliswaar in de afdeling voor Openbare Werken akkoord verklaard, doch hij is het eveneens met de heer Vermeulen eens. Ook de heer TOXOPEUS deelt de opvatting van de heer Vermeulen. Hij wijst er op dat deze grond speciaal ten behoeve van het exploiteren van een ziekenhuis in erfpacht is gegeven. Aankoop door de gemeente zou het Diaconessenhuis in grote moeilijkheden kunnen brengen. Ook spreker meent dat met het onderhavige voorstel geen bijzondere haast is. Dit stuk grond kan altijd nog gekocht worden. De heer BASTIAANSEN 5s voorstander van het nu behandelen van agendapunt 22d. Iedereen weet dat er een weg moet komen op het onder havige stuk grond. Agendapunt 43 ziet op een geheel andere zaak. Spreker wil met het voorstel van burgemeester en wethouders meegaan. Wethouder JONGBLOED zegt dat burgemeester en wethouders agenda- punt 22d ongewijzigd handhaven. Hij ziet niet in waarom dit moet worden uitgesteld. Dit staat op zichzelf. In de omstandigheden verandert niets als dat de gemeente in de plaats treedt van de Minister van Financiën. Tegen de door de heer Vermeulen voorgestelde betaling aan het Diaco nessenhuis zou op zich geen bezwaar bestaan, maar dan moet het Diaconessenhuis toch weer een hogere canon gaan betalen. Dat komt dus allemaal op hetzelfde neer. Als de gemeente de gebouwen zou kopen zodat de erfpacht voor het verstrijken van de termijn zou kunnen worden ontbonden is er nog aanleiding rekening te houden met het verschil tussen getaxeerde waarde van de erfpachtsgrond en de gekapitaliseerde waarde van de canon. De heer VERMEULEN is door de wethouder niet overtuigd. De ge meente incasseert bij deze aankoop in feite 19.000,contant. Als dit bedrag niet direct aan het Diaconessenhuis wordt doorbetaald, maar afhankelijk wordt gesteld van het verdere verloop van zaken, heeft de gemeente ten onrechte een niet onbelangrijk rentevoordeel. Wethouder MEIJS gelooft dat er een misverstand in het spel is. Het Diaconessenhuis heeft tot 1968 recht op een lage canon. Als met het Diaconessenhuis tot overeenstemming wordt gekomen heeft dit het recht het door de gemeente behaalde voordeel te claimen, maar het is niet juist dit bedrag nu uit te keren. De heer VERMEULEN ziet hierin slechts een versterking van zijn opvatting. De heer QUADEKKER heeft van de wethouder gehoord dat deze van mening is dat door verkoop van de grond alleen verandering van status plaats heeft. De gemeente treedt in de plaats van de Staat der Nederlanden. Maar het is toch ook zo, dat de ene partij eigenaar wordt van de grond, waarop de andere partij in de onderhandelingen gebouwen heeft staan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 131