15 APRIL 1959 137 43. Zie agendapunt no. 22d. 44. Subsidie R.K. H.B.S. De heer RATTINK herinnert eraan dat dit stuk in de afdeling voor onderwijszaken is behandeld. In de commissie bleek dat er veel onzeker heden aanwezig zijn. Belangrijk is vooral de psychologische factor. Het is n.l. te hopen dat er voldoende leerlingen zullen komen uit de kringen, waarvoor deze school is gedacht. Sprekers fractie gaat met het voorstel wel akkoord. Dit wil echter niet zeggen dat deze zich voor de toekomst vastlegt. Volgende kredieten zullen beoordeeld worden naar de toestand van het moment. De heer QUADEKKER heeft uit de ter visie gelegde stukken enige cijfers gezien inzake de geschatte behoefte aan middelbaar onderwijs. Deze cijfers zijn ontleend aan het Kaskirapport. Bij deze aangelegenheid komt het echter niet zozeer aan op het ruimteprobleem, doch op de principiële kwestie van het oprichten en subsidiëren van een nieuwe 5-jarige H.B.S. Dit geheel, gezien in het licht van de Mammoethwet, waarin Minister Cals de 5-jarige H.B.S. wil laten verdwijnen en in de plaats daarvan een 6-jarige H.B.S. (atheneum) met als verplicht leervak het Latijn wil laten komen, doet de vraag rijzen of het verstandig is nu een niet- gesubsidieerde 5-jarige H.B.S. op te richten, terwijl er alle gelegenheid bestaat parallelklassen te formeren op de bestaande en gesubsidieerde 6-jarige H.B.S. Het gevaar bestaat dat een kind ter wereld komt, dat gedoemd is binnenkort weer te sterven. Een verdere overweging is dat de huidige 6-jarige R.K. H.B.S. het risico loopt dat het leerlingenaantal aanmerkelijk zal teruglopen. Er wordt nu wel voorgesteld 50% van het exploitatietekort als subsidie te geven, zodat het bestuur zelf eveneens 50 moet betalen, maar daaraan zit vast: wat gebeurt er in volgende jaren? Er worden directeur en leraren benoemd en wij weten nog niet of volgend jaar subsidie kan worden gegarandeerd. Als er geen rijkssubsidie wordt toegekend moet de gemeente de helft van 240.000,'subsidiëren, gerekend naar 12 klassen. De gemeente mag het schoolbestuur niet in een donker gat laten springen door maar voor één jaar subsidie te geven. Er is nu een 6-jarige H.B.S., die t.z.t. zal worden omgezet in een atheneum. Is het dus wel verstandig om nu deze weg te volgen? De heer VAN DEN EEDEN heeft uit de cijfers de conclusie getrokken dat voor vele jongens de weg naar de middelbare school nog moet worden geëffend. Daartoe moet een poging worden gedaan. Het lyceum is meer bedoeld als voorbereiding op het hoger onderwijs. Het nu voorgenomen onderwijs is eindonderwijs en een goede stap naar democratisering van het middelbaar onderwijs. De VOORZITTER kan de heer Quadekker gerust stellen als deze bevreesd is dat het kind spoedig zal overlijden. Dit is niet per se nodig. De voorgenomen oprichting dezer H.B.S. past geheel in de lijn van de Mammoethwet, nog afgezien van de vraag of die er komt. Het autonoom schoolbestuur heeft tot deze schoolstichting besloten, omdat daaraan grote behoefte bestaat, hetgeen blijkt uit objectieve cijfers. Het is maar in zekere zin een sprong in het duister. Men weet niet of de bevolking zal reageren en of de Mammoethwet er komt. Het staat wel vast dat de bestaande middelbare scholen toch de te verwachten groei niet kunnen opvangen. In het kader van het katholieke onderwijs in Breda bestaat dit schooltype nog niet en als het bestuur meent dat deze vorm van onderwijs effect zal sorteren dan is de medewerking van de gemeente gewenst. Het verband met de bezetting van het lyceum zou men zo kunnen zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 137