138
15 APRIL 1959
dat deze niet verder zal groeien. Maar deze zal ook zeker niet kleiner
worden. Ten aanzien van de binding voor volgende jaren kan spreker zich
achter de mening van de heer Rattink scharen. Het is een proef en we
zullen moeten zien of deze zal slagen. Het is niet onmogelijk als deze
niet slaagt het resedu over te plaatsen naar de H.B.S.-afdeling van het
lyceum. We moeten wel accentueren dat het een proef is, daarom 50%
subsidie, maximaal 20.000,.waardoor 2 klassen kunnen worden ge
financierd. Er is een redelijke verwachting dat op korte termijn het rijk
subsidie zal geven. Het laat zich wel begrijpen dat er morele consequen
ties zijn als bij de volgende cursus nog geen rijkssubsidie is toegekend. De
heer Van den Eeden heeft gezegd dat dit schooltype een eindvorm van
onderwijs is en niet zou voorbereiden voor hoger onderwijs. Dit is niet
het geval. De 5-jarige H.B.S. heeft een dubbelslachtig karakter. Het is
zowel eind- als voorbereidend- hoger onderwijs. Te meer is dit onderwijs
van zo eminent belang, omdat ook op het ogenblik de spreiding van het
hoger onderwijs in Nederland aan de orde is. Daarbij speelt ook Brabant
een rol, met name wanneer de toeloop uit dit gewest de financiële conse
quenties lichter maakt. Al met al meent spreker dat de gestelde risico's
mogen worden genomen.
De heer QUADEKKER kan de voorzitter niet volgen wanneer deze
zegt dat beide typen middelbare school naast elkaar kunnen blijven be
staan. Er zal slechts een klein deel der ouders zijn die hun kinderen naar
de 6-jarige H.B.S. zullen sturen. Het is niet denkbeeldig dat het lyceum
door een te gering aantal leerlingen het subsidie verspeelt. Rekening hou
dend met salaris van directeur en leraren, een pensioenverzekering, welke
beslist noodzakelijk is op een niet erkende en nog niet gesubsidieerde
school, e.d. zal met 20.000,subsidie wel niet uit kunnen worden
gekomen, zeker niet in volgende jaren. Spreker wil graag meegaan met
de bevordering van de industrie in Brabant, doch in dit geval bestaat
het gevaar dat het paard achter de wagen wordt gespannen. Als de
Mammoethwet er komt zou de school eventueel moeten worden gesloten
en de leerlingen overgebracht naar de 6-jarige H.B.S. Bovendien heeft
deze zaak een morele kant. Het is een sprong in het duister.
De VOORZITTER wijst er op dat de feiten bewijzen dat 6- en 5-
jarige H.B.S. goed naast elkaar kunnen blijven bestaan. Dit gebeurt elders
ook. De 6-jarige H.B.S. heeft bepaalde voordelen, omdat daarbij op een
later tijdstip de keuze tussen H.B.S. en Gymnasium kan worden gedaan.
Spreker heeft daar zelf geen oordeel over. De wet kent beide mogelijk
heden naast elkaar. Als de heer Quadekker stelt dat de Mammoethwet
toch alleen de bestaande 6-jarige H.B.S. sanctioneert, dan moet spreker
dit tegenspreken. Het gaat om een totaal ander soort onderwijs en dat
is in dit verband niet van doorslaggevende betekenis.
De heer BASTIAANSEN zegt dat bij onderzoek is gebleken, dat de
belangstelling voor de 5-jarige H.B.S. zeer groot is. Het onderwijs aan
dit schooltype kan niet worden gepast in het kader der 6-jarige H.B.S.
Het richt zich op andere groepen.
Overeenkomstig het voorstel wordt be
sloten.
Rondvraag.
De heer RATTINK herinnert aan de gedane toezegging bij de begro
tingsbehandeling 1959 en eerder, dat aandacht zal worden geschonken
aan het opknappen van de Haven en de Prinsenkade.
Voorts vraagt spreker aandacht voor verbetering van de straatverlich-