13 MEI 1959 151 ging een parkeerverbod voor rijwielen in de Ginnekenstraat uit te vaar digen, desnoods alleen voor de zaterdagmiddagen. Antwoordt Zoals U bekend is hebben wij reeds een parkeerverbod voor rijwielen uitqevaardigd voor gedeelten van Nieuwstraat, Karrestraat en Eindstraat. De inwerkingtreding wacht nog op de voltooiing van de kosteloze rijwielstalling op de hoek van de Waterstraat. Deze maatregel geldt als proef en zodra wij hiermede voldoende ervaring hebben opgedaan, is het niet uitgesloten, dat ook nog andere straten voor invoering van een dergelijk verbod in aanmerking komen. Vraagt De heer QUADEKKER merkt in verband met het antwoord op zijn vraag over de pachtprijzen van de autobewaking op de Markt op, dat daarin is gesteld dat maatstafgevend is het gebruik dat van de gemeente (werken?) wordt gemaakt. Deze mededeling is hem niet duidelijk. Tevens wordt in dit antwoord medegedeeld, dat niet wordt uitgegaan van het maximum te plaatsen auto's als maatstafgevend voor de pachtsom, doch van het belang dat de vergunning voor de begunstigde heeft. Zijn deze twee begrippen niet hetzelfde? Antwoord: De waarde van de vergunning is afhankelijk van de mate waarin van de parkeerstrook (gemeentewerk) gebruik wordt gemaakt; uitgangspunt is derhalve niet het maximaal aantal te plaatsen auto's, doch het gemiddeld aantal ingenomen plaatsen. Het belang dat de vergunning voor de begunstigde heeft voor zover daarmede bij het verlenen der vergunning is te rekenen ligt in het ver werven van een normaal inkomen waarmede hij in het onderhoud van zijn gezin kan voorzien. Vraagt Mejuffrouw t' SAS vindt de Bredase bloembakken erg grauw, kleur en inhoud geven daartoe aanleiding. In andere plaatsen zien deze er veel vrolijker uit. Kunnen er niet wat voorjaarsbloemen in worden geplant? Antwoord: Het is voordeliger de zware bloembakken 's winters ter plaatse te laten staan, dan deze geregeld te transporteren. Een beplanting met in het voorjaar bloeiende planten of bollen zou meebrengen dat de bakken gedurende vijf maanden kaal en leeg staan met alle overige bezwaren daaraan verbonden. Nu gekozen oplossing: een groenblijvende winterbeplanting, waartussen wat bollen, is wel wat somber, doch ondervangt bovenstaande nadelen. 3. Voorlopige goedkeurinq van plan tot onteigening in de uitbreidings plannen „Emer" en „De Krogten". 4. Intrekking gedeelte van uitbreidingsplan in hoofdzaak „Doornbos". 5. Besluit ing. art. 35, le lid, woningwet, dat enige percelen in de binnen stad bestemd zijn voor straat. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 151