Ten aanzien van het argument dat "elke ver
antwoorde vermindering van het vrij omvang
rijke gemeentelijke woningbezit in het algemeen
wel aanbeveling verdient," merkt spreker op,
dat deze zinsnede voor hem als argument geen
betekenis heeft omdat niet duidelijk is,welke
inhoud er preoies aan moet worden toegekend./'
152
13 MEI 1959
6. Verkoop drie winkelwoningen van het complex 675 woningen, bouw-
plan 1947.
De heer NIEUWLAAT kan dit voorstel in het kader van de bevorde
ring van de particuliere eigendom bijzonder toejuichen. Hij vraagt of het
mogelijk is, dat het pand, dat onmiddellijk naast deze winkels ligt, kan
worden verkocht.
De heer VIS heeft tegen het voorstel geen enkel bezwaar, ofschoon de
argumentatie van het voorstel hem enigszins tot voorzichtigheid maant.
De mededeling in het voorstel dat de belanghebbenden, die allen in staat
geacht moeten worden om hun woning naar behoren te onderhouden en
te huren, nu ook meer gelegenheid wordt geboden om tot betere outillering
p van hun bpdriifsnand over te qaan, kan spreker volledig onderschrij-
weging flat üelangneooenue mi
treffend pand bij burgemeester en wethouders indient.
Wat betreft de opmerking van de heer Vis meent spreker dat waar
het hier speciale en individuele gevallen betreft, er geen aanleiding is
hierbij in discussie te treden omtrent de principiële vraag of het wenselijk
is het gemeentelijk woningbezit te beperken. De door burgemeester en
wethouders in hun preadvies gemaakte opmerking terzake, staat niet in
de overweging van het te nemen besluit en de raad is daaraan dan ook
niet op enigerlei wijze gebonden.
Hierna wordt conform het voorstel be
sloten.
7. Aanbrengen doorstroomapparaten in 464 prontowoningen.
8. Verdaging beslissing op beroep ingesteld door P. J. Beenakkers, inzake
weigering bouwvergunning.
9. a. Aanleg straatverlichting Allerheiligenweg.
b. Verbetering straatverlichting Havermansstraat e.o.
c. Krediet uitvoering bijkomende werken van elektriciteitsbedrijf i.v.m.
bouw v. d. Tunnel a/d Terheijdenstraat.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
10. Reconstructie toegangswegen naar de spoorweg-onderdoorgang a/d
T erheijdenseweg.
De heer VAN DUIJL merkt allereerst op, dat hij zich wel met het
voorstel kan verenigen. In verband met het voorstel zegt hij, dat indertijd
in verband met de plannen voor het hoogspoor en de tunnelbouw de
overweg was afgesloten. In de Liniestraat zijn toen voorzieningen getrof-