158 13 MEI 1959 Er komt nog een ander facet bij. De verkoopprijs van het oude Diaco- nessenhuis speelt nog een rol in de exploitatie van het nieuwe Diaconessen- huis. De exploitatie van dit complex moet sluiten. Als het oude gebouw renteloos staat zullen de verpleegprijzen in het nieuwe Diaconessenhuis zeker omhoog moeten. Daarom verzoekt spreker met klem het voorstel aan te houden en nog met het stichtinbsbestuur in overleg te treden. De heer QUADEKKER begrijpt niet wat de passage van de brief van 19 mei 1956, waarbij het bestuur niet ingaat op een taxatie, te maken heeft met de huidige brief van het Diaconessenhuis. Of het gebouw indertijd of nu getaxeerd was blijft hetzelfde. De brief van het bestuur is beslist niet grof of lichtelijk grof. Daarna zegt spreker nogmaals: de zaak moet een „chique" behandeling hebben. Wethouder MEIJS zegt, dat de heer Vermeulen van de gedachte uit gaat, dat als de gemeente indertijd het gebouw had getaxeerd, het ook gekocht zou zijn Dit laatste stond helemaal niet vast. Wanneer in 1956 de prijs was vastgesteld en de gemeente zou er niet op ingegaan zijn om te kopen, dan was het Diaconessenhuisbestuur volkomen vrij om het aan anderen te verkopen. Het bestuur gaat nu verwijten dat de gemeente hen destijds zou hebben gebonden; dat is niet waar. Het Diaconessenhuisbestuur heeft de gebondenheid vrijwillig gekozen. Na de vorige raadsvergadering is er onmiddellijk een brief gezonden naar het stichtingsbestuur. Het ligt toch voor de hand, dat de besprekingen over de prijsbepaling in eerste instantie gevoerd worden door deskundigen. Het had geen zin voor het gemeentebestuur om met de taxateurs te praten; er diende in dit stadium te worden gesproken tussen de deskundigen, waarbij de directeur van openbare werken de gemeente vertegenwoordigde. Dat iedere partij een ander punt van uitgang heeft, wil spreker wel aannemen. Als de gemeente de prijs gaat bepalen moet zij zich instellen op het toekomstige gebruik van het gebouw. Het ligt nog niet vast wat er met het gebouw gaat gebeuren. Dit is pas definitief als burgemeester en wet houders het voorstel aan de raad doen en de raad met het voorstel kan instemmen. Er is gesproken over „slopersprijs". Zo erg is het echter niet; men moet rekening houden met de bruikbaarheid van het gebouw. Een ziekenhuis is zo maar niet te gebruiken als gebouw voor een gemeentedienst. Spreker heeft het bestuur met in gebreke willen stellen, maar alleen bedoeld te zeggen, dat het wel nalatig is geweest. De heer Van Houten heeft het tennispark „De Mark" erbij gehaald. Dat is geen slecht voorbeeld. Het gaat toch om de bruikbaarheid van de objecten; aan een sportpark is een grote behoefte. Het moest voorkomen worden, dat dit park zou worden opgeheven. Men had ook kunnen trachten het park voor niets te kunnen krijgen; dit zou zeer zeker tegen het gevoel van fatsoen ingaan. Het ligt niet in de bedoeling van het gemeentebestuur om het bestuur van het Diaconessenhuis in een dwangpositie te brengen. Door het voor stel krijgt het bestuur juist méér vrijheid; het krijgt het recht om het gebouw aan derden te verkopen. Dat de gemeente geen interesse voor het gebouw heeft, staat niet in het voorstel. De gemeente heeft wel interesse, evenwel niet voor iedere prijs. Indien het stichtingsbestuur een betere prijs van het gebouw kan maken heeft de gemeente daar geen enkel bezwaar tegen. De VOORZITTER wil nog enkele woorden aan het betoog van de wethouder toevoegen. Onmiddellijk voor de vorige raadsvergadering is het bestuur van het Diaconessenhuis op het gemeentehuis uitgenodigd, teneinde te voorkomen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 158