180 17 JUNI 1959 huurders maar 11 gegadigden, die bereid zouden zijn voor deze voor ziening huurverhoging op te brengen. Inmiddels is een plan ontworpen voor een aangebouwde douche-ruimte met berging. De kosten hiervan zijn, mede omdat bij uitvoering hiervan ook de huisriolering geheel dient te worden gewijzigd, rond 2.500,— per woning, gepaard gaande met een huurverhoging van 3,70 per week. Het is niet te verwachten, dat hiervoor nog veel animo zal bestaan. Inmiddels beraden wij ons nog over de mogelijkheid om de kosten dezer voorziening gedeeltelijk te bestrijden uit bestaande reserves, waaromtrent wij U eventueel te zijner tijd een voorstel zullen doen. Antwoord van burgemeester en wethouders op de vragen gesteld door de heren Kamphuys en Melzer naar aanleiding van de artikelen in De Bredasche Courant van 22 en 25 april j.l. Naar aanleiding van de inlichtingen door de heren Melzer en Kamp huys gevraagd over de mogelijkheden, die de Beyerd kan bieden tot expositie van werken van plaatselijke kunstenaars, kan worden mede gedeeld, dat de ruimte „boven de Beyerd" uitsluitend aan verenigingen ter beschikking kan worden gesteld. Men kan het betreuren, dat op deze wijze de ongeorganiseerde plaatselijke kunstenaar wordt buitengesloten, doch dat is nu eenmaal niet te vermijden. Immers laat men de individuele plaatselijke kunstenaar toe, dan rijzen vragen als: „Wie draagt de verant woordelijkheid, wie organiseert, wie bepaalt wie wel worden toegelaten, wie niet." (Niet ieder die zich als kunstenaar aanbiedt is dit en indien rijp en groen na elkaar exposeert, dan lijkt de opzet tot mislukking ge doemd). Het is duidelijk, dat de sfeer van volstrekte onpartijdigheid die rond de Beyerd behoort te hangen, organisatie door of vanwege de gemeente uitsluit. Dit geldt niet alleen voor de ruimte „boven de Beyerd", doch a fortiori voor de Beyerd zelf. Hier lijkt alleen het verenigingsverband uitkomst te kunnen brengen. Als deze minimale solidariteit tussen de plaatselijke kunstenaars onderling niet wordt opgebracht, mag van de Beyerd niet worden verwacht, dat zij door welke activiteit ook positie kiest. Tot heden heeft alleen „De Zuiderkring" zich voor de ruimte „boven de Beyerd" gemeld. Een wei gering aan een andere vereniging heeft nimmer plaats gehad. Daarbij is van het begin af gesteld, juist omdat de verantwoordelijkheid elders moest liggen, dat de ruimte „boven de Beyerd" niet een verlengstuk van de Beyerd zelf zou mogen worden. Mochten meerdere verenigingen, die tezamen representatief zijn voor de Bredase kunstenaars, ooit een beroep doen op de expositieruimten van de Beyerd zelve dan kan gehele of gedeeltelijke incidentele beschikbaar stelling zeker worden overwogen. Vast dient dan echter te staan, dat de gezamenlijke Bredase kunstenaars door middel van hun verenigingen zelf organiseren en dat door de instemming van hun grote meerderheid de Beyerd geen twistappel wordt. Daarbij moge uitdrukking worden gegeven aan het vertrouwen, dat ook dan de kwaliteit uitgangspunt zal blijven. 4. Geloofsbrieven Heer F. van Werkhooven. De VOORZITTER stelt voor, de geloofsbrieven in handen te stellen van de commissie van onderzoek, die dan ha de pauze verslag kan uit brengen. Overeenkomstig dit voorstel wordt be sloten. 5. Schrijven Horeca organisaties. De heer mr. BASTIAANSEN zegt, dat bij de behandeling van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 180