17 JUNI 1959 181 nieuwe politieverordening de heer Van Caulil het voorstel heeft gedaan, het sluitingsuur voor horeca-bedrijven te stellen op 1 uur in de zomer maanden. De raad was toen van gevoelen, dat er iets moest gebeuren. Bur gemeester en wethouders waren echter geen voorstander van het stellen van het sluitingsuur op 1 uur. Uit het thans voorliggend preadvies blijkt, dat het standpunt van burgemeester en wethouders niet gewijzigd is. Spreker zou gaarne een tussenweg bewandelen. Inderdaad kleven aan het bonnensysteem alle mogelijke gevaren, doch spreker vraagt of het niet mogelijk zou zijn in de periode 1 juli1 september of 15 juli—15 september een beperkt aantal bonnen aan de horeca-bedrijven ter beschikking te stel len Wanneer van deze bonnen gebruik wordt gemaakt zouden de bedrijven telefonisch bericht aan de politie moeten zenden. Bovendien zou de alge mene voorwaarde moeten worden gesteld, dat bij elk misbruik der bonnen intrekking van alle bonnen het gevolg zal zijn. Spreker deelt mede, dat in de fractievergadering hierover van gedachten is gewisseld en dat het door hem voorgestelde een voorstel van sprekers fractie is. De heer VERMEULEN is van mening dat het voorstel om het sluitings uur voor de horeca-bedrijven in de zomermaanden te stellen op 1 uur van hem is uitgegaan. Dit was niet de gedachtengang van de heer mr. Bastiaan- sen. Spreker noemt het bonnensysteem de ongelukkigste vorm van wet geving die men kan vinden. Een tussenoplossing zou spreker vinden in de verlenging van het sluitingsuur. Nu echter is gebleken, dat deze verlenging door de horeca-bedrijven niet wordt geaccepteerd acht hij het preadvies in overeenstemming met zijn bedoeling n.l. de bevoegdheid tot verlenging van het sluitingsuur niet te delegeren aan de horeca-bedrijven. Spreker deelt mede dat het preadvies van burgemeester en wethouders voor zijn fractie aanvaardbaar is. De heer VAN BOXTEL gelooft ook dat de heer Vermeulen het voor stel heeft gedaan tot verlenging van het sluitingsuur gedurende de zomer maanden. Nu zonder meer blijkt dat men bij de horeca over dit systeem niet tot overeenstemming kan komen, vraagt spreker het voorstel van de heer mr. Bastiaansen in overweging te nemen. In vele steden, o.a. in Tilburg en Venlo, heeft men dit bonnensysteem. Door de modernisering van het politie-apparaat door de mobilofoonwagens komt het spreker niet zo moeilijk voor, de controle op het gebruik van de bonnen efficiënt te deen verlopen. Er zullen inderdaad wel bezwaren aan het bonnensysteem kleven, hiervan is spreker overtuigd, doch hij meent dat deze niet zo groot zijn, dat het nemen van een proef onaanvaardbaar is. De heer KROON gaat met het door burgemeester en wethouders uit gebracht preadvies akkoord. Hij is een tegenstander van het bonnen systeem, omdat hierdoor de verantwoording wordt gelegd bij de horeca bedrijven en niet bij de overheid. Spreker zou geen bezwaar hebben tegen verlenging van het sluitingsuur tot 1 uur. Hij meent dat de proef met het bonnensysteem reeds is genomen en dat de resultaten van deze proef het preadvies tot gevolg heeft gehad. Spreker steunt gaarne het preadvies van burgemeester en wethouders. De heer QUADEKKER kan de heer Kroon niet volgen wanneer deze zegt, dat de proef is genomen. Het bonnenstelsel betekende het verlenen van gastvrijheid voor bepaalde bedrijven. Spreker vraagt voor 1959 een proef te nemen met het beperkte bonnenstelsel. De horeca-bedrijven kunnen bij gebruik van een bon het politiebureau bellen. Hij verzoekt nogmaals de horeca-bedrijven een kans te geven. Het spreekt vanzelf, dat bij misbruik alle bonnen zullen worden ingetrokken. De heer MELZER sluit zich gaarne aan bij de suggestie van de heer mr. Bastiaansen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 181