14 JANUARI 1959 13 van burgemeester en wethouders, geamendeerd zoals door de heer Toxo- peus is voorgesteld. Mej. t' SAS vraagt of de voorzitter het amendement nog eens wil voor lezen. De VOORZITTER voldoet aan dit verzoek. De heer RATTINK verzoekt in het amendement op te nemen, dat burgemeester en wethouders hun beslissing moeten motiveren. De VOORZITTER verzoekt de juiste redactie aan het college van burgemeester en wethouders over te laten. Hierna wordt het voorstel aangenomen. De heer Van Boxtel wenst geacht te worden te hebben tegengestemd. 8. Verharding Raamschoorseweg. Overeenkomstig dit voorstel wordt be sloten. 10. Bouwrijpmaken Liniekwartier, De heer RATTINK vraagt waaraan het te wijten is, dat het krediet met ƒ70.000,is overschreden. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat de aanbesteding van het bouwrijpmaken van het Liniekwartier plaats had enige dagen na de watersnoodramp. Na dat tijdstip gingen de materiaalprijzen met sprongen omhoog. Er is bovendien een misverstand in die zin, dat openbare werken van mening was, dat in het krediet niet de kosten van straatverlichting waren begrepen, terwijl zulks wel het geval was. Openbare werken meende met het geraamde krediet toe te komen. De heer VERMEULEN zegt, dat, indien hij het goed begrepen heeft, de kosten van straatverlichting ten laste van de algemene dienst komen. In verband met het door de wethouder geciteerde misverstand, vraagt spreker zich af, of de bewaking der door de raad verstrekte kredieten wel efficiënt is. Dit is een kwestie van goede methodiek. Hij verzoekt burgemeester en wethouders deze zaak eens te bezien. De heer RATTINK zegt, dat het noodzakelijk is de kredieten zorg vuldig te bewaken, opdat moeilijkheden als de onderhavige worden voor komen. De heer VAN BIJNEN merkt op, dat het voorstel van burgemeester en wethouders niet in overeenstemming is met de door de wethouder verstrekte toelichting. Wethouder JONGBLOED merkt op, dat er thans nog 23.000, beschikbaar is. Hiermede moet nog betaald worden de rekening van de lichtbedrijven. Kredietbewaking is bij openbare werken moeilijker dan bij andere diensten. Het is trouwens zo, dat de hoofdzaak is, dat de raad een krediet verleent voor een bepaald werk. Hoe groot het bedrag is, dat nodig is, is van bijkomende orde. De VOORZITTER zegt toe, dat de wethouder van financiën de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 13