17 JUNI 1959
193
toeslag betaalt, vraagt spreker nogmaals de aandacht voor deze regeling.
Tenslotte merkt spreker op, dat er is gesproken over de „Dura-Bouw
Hij wil echter onder de aandacht brengen, dat hij het Pronto-woningcon -
tract heeft medegemaakt en dat het al een zeer goed en voordelig contract
van de „Dura-Bouw" zal moeten zijn, wil spreker erin trappen.
Wethouder JONGBLOED zegt, dat er nog geen behoefte is geweest
aan toepassing van de rijksregeling voor krotbewoners, omdat de dienst
huisvesting altijd een andere oplossing heeft gevonden voor deze gevallen.
Spreker wil echter wel aandacht schenken aan deze toeslagregeling. In
verband met de opmerking van de heer Vermeulen, dat, indien iedereen
80,per maand huishuur zou kunnen betalen er geen woningnood meer
was, merkt spreker op, dat er momenteel echter ook in deze sector nog
geen woning te huur is.
De institutionele belegger die woningen voor de verhuur bouwt heeft
momenteel geen interesse meer. Hij hoopt, dat dit wederom zal veranderen.
Ook het eigen woningbezit loopt niet zo goed. De bemiddelende organen
beginnen thans iets beter te werken, doch de te volgen procedure is nog
te lang.
Hierna wordt de nota voor kennisgeving
aangenomen.
13. Onbewoonbaarverklaring woning Heilaarstraat 12,
Overeenkomstig het voorstel wordt be
sloten.
14. Beroep P. J. Beenhakkers weigering bouwvergunning.
De heer KRAMERS zegt, dat het preadvies van burgemeester en wet
houders op het ingestelde beroep luidt om afwijzend te beschikken. Hij
begrijpt volkomen, dat burgemeester en wethouders zich moeten houden
aan de bouwverordening, anders wordt dit een farce. In de bouwverorde
ning is echter in artikel 31 de mogelijkheid opgenomen om in bijzondere
gevallen en in dringende noodzakelijkheid vrijstelling te verlenen. Wan
neer in dit geval het een particulier betrof, dan zou spreker direct met
het preadvies akkoord gaan, doch thans betreft het een bedrijf, dat nood
zakelijk iri deze omgeving moet zijn. Adressant heeft een bakkerij, die
niet meer aan te stellen eisen voldoet. De keuringsdienst voor waren dringt
aan op voorzieningen. Nu is er achter dit pand en het belendende perceel
gelegenheid een nieuwe bakkerij te bouwen. Deze grond is zijn eigendom.
Het vorenstaande is noodzakelijk omdat reclamant anders niet ter plaatse
zijn bedrijf zal kunnen uitoefenen.
Spreker is van oordeel dat als de man niet de gelegenheid wordt gegeven
zijn plannen te volbrengen, een benadeling van hem plaats heeft. Wie
helpt hem bij verplaatsing van zijn bedrijf aan een ander pand? Wellicht
zal hij dan dezelfde moeilijkheden tegenkomen, omdat dezelfde bouwver
ordening moet worden toegepast.
De man voorziet in een behoefte in de wijk waarin hij thans zijn zaak
drijft. Spreker dringt aan de 8e vrijstelling genoemd in artikel 31 van de
bouwverordening toe te passen.
De heer RATTINK voelt zich het gras voor de voeten weggemaaid.
Hij kan zich echter volkomen verenigen met het betoog van de heer Kra
mers.
Er zijn slechts 2 mogelijkheden óf sluiten óf elders emplooi zoeken voor
Beenhakkers. Verhuizing brengt voor de man grote kosten met zich.
Anderzijds brengt het idee geen vergunning te krijgen een bepaalde angst,
dit voor betrokkene s werklust niet goed is. Er zijn echter reeds verschil
lende ontheffingen verleend. Spreker is van mening, dat elk geval afzonder-