214
15 JULI 1959
sluit van 10 maart 1959 inzake de bezoldigingsregeling ambtenaren 1955
(Bijlagen 1955, no. 346).
Tegenwoordig: Mevr. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNiK, Mevr.
M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mej. D. M. J. t'SAS en de
heren A. C. BASTIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAANSEN, W. C.
A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN, G.
CAMPHENS, H. J. C. COSIJN, mr. B. W. M. DRION, C. A. VAN
DUIJL, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, K. VAN
HOUTEN, G. F. HULSKRAMER, J. J. KAMPHUIS, D. J. A. KRAMERS,
A. KROON, F. J. MELZER, A. MENDES, J. A. MEIJS. G. MINDER-
HOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE
NOORT, J. H. M. QUADEKKER, A. J. A. RATTINK, H. F. W. STOK-
KERMANS, H. VAN TOLEDO, J. F. V. VERMEULEN, J. VER
SCHUREN, F. VAN WERKHOOVEN, drs. N. H. ZIJTREGTOP.
Afwezig de heren H. BIEMANS, A. JONGBLOED, drs. P. VIS en
P. J. VAN CAULIL.
Voorzitter: de heer mr. dr. C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de heer mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van: de heren H. BIE
MANS, A. JONGBLOED en drs. P. VIS.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
IBeëdiging.
De heer H. F. W. STOKKERMANS legt in handen van de voorzitter
de voorgeschreven eden af.
De VOORZITTER wenst de heer Stokkermans geluk met zijn toelating
en beëdiging als lid van de raad. Hij wenst hem toe, dat hij de taak, welke
hij opneemt, moge volbrengen tot zijn eigen bevrediging en tot heil der
gemeente.
De heer STOKKERMANS dankt de voorzitter voor zijn woorden. Hij
zal proberen het belang der gemeente zo goed mogelijk te behartigen. In
zijn positie als raadslid is hij eigenlijk afgedaald omdat hij vóór zijn lid
maatschap de vergaderingen placht bij te wonen op de publieke tribune.
Hij hoopt zijn functie die hij ziet als schakel tussen burger en overheid,
goed waar te nemen. Dit is van temeer belang, omdat de afstand tussen
burger en overheid steeds groter wordt. Het raadslidmaatschap is des te
belangrijker, omdat aan deze zijde van het ijzeren gordijn de democratie
nog hoogtij kan vieren. Spreker dankt de voorzitter, de wethouders en de
raadsleden en hoopt op een prettige samenwerking.
De VOORZITTER gedenkt wethouder A. P. Romsom, die in de af
gelopen week begraven is. Spreker wijst op de moeilijke jeugd, die de heer
Romsom heeft doorgemaakt, doordat hij reeds op jeugdige leeftijd zijn
vader verloor en tezamen met zijn moeder, vaak in armoede, de zorg had
voor een groot gezin. In zijn jeugd leerde de heer Romsom de moeilijke
positie kennen van de arbeider. Toen werd hij een strijder voor de ver-