218 15 JULI 1959 fende raadsvoorstel is gesproken. Vóór de toekenning van een dergelijk voorschot mag overigens met de werkzaamheden niet worden begonnen. Ir. verband met de bij het rijk ingediende aanvrage zijn de woningen geïnspecteerd, bij welke gelegenheid geadviseerd is om aanmerkelijk ruimer verbeteringen aan te brengen dan aanvankelijk was voorzien. Eeii belang rijke verbetering hierin begrepen is namelijk het maken van een eenvoudige keuken in deze woningen. Van de zijde van het rijk is daarbij de toeken ning van gelden voor deze ruimere verbeteringen in uitzicht gesteld. Hieromtrent is evenwel nog geen zekerheid verkregen. In maart j.l. zijn de betreffende plannen met een begroting tot een bedrag van totaal 120.000,— ingediend; tot op heden is hierop nog geen beslissing verno men, doch intussen is cp spoedige behandeling van deze aangelegenheid aangedrongen. 5. Geloofsbrieven J. J. Hilte. De heer RATTINK deelt mede, dat de commissie van onderzoek de geloofsbrieven van de heer J. J. J. Hilte heeft onderzocht en in orde bevonden. De heer Hilte wordt hierop als lid toegelaten. 6. Algemene Politieverordening. Overeenkomstig dit preadvies wordt besloten. 7. Standplaats woonwagens. De heer MINDERHOUD vraagt of het wel eens voorkomt, dat woon wagenbewoners worden verplaatst naar het kosteloze kamp. De VOORZITTER antwoordt dat er éénmaal is gedreigd met over brenging naar het strafkamp. De financiën van belanghebbenden zijn daar op gesaneerd, en de overplaatsing is niet doorgegaan. Het nut van het kosteloze kamp is door dit ene geval al bewezen. Overeenkomstig dit voorstel wordt be sloten. 8. Wijziging uitbreidingsplan in hoofdzaak. Overeenkomstig dit voorstel wordt be sloten. 9. Krediet 25 woningen Liniestraat. De heer QUADEKKER merkt op, dat in de laatste alinea van het voorstel wordt gezegd: ,.Om praktische redenen ware het vaststellen van de definitieve grond- en bouwvoorschotten uit te stellen totdat het bouw plan is voltooid en de eindafrekening kan worden gebaseerd op de wer kelijke stichtingskosten". Spreker vraagt of deze lijn in den vervolge steeds zal worden aangehouden of alleen in dit geval. Wethouder MEIJS antwoordt, dat deze lijn in de praktijk steeds is gevolgd. Dit houdt echter niet in dat deze ook in den vervolge gevolgd z.al moeten worden. Hierna wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 10. Benoeming lid bestuur burgerlijke instelling maatschappelijke zorg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 218