220 15 JULI 1959 16. Benoeming lid gemeentelijke sportstichting. De heer VAN HOUTEN zegt, dat het misschien ongebruikelijk is het geen hij nu gaat zeggen. Sprekers fractie had er min of meer op gerekend, dat de vacature Toxopeus zou zijn aangevuld door een der leden van de fractie. Spreker kent de statuten niet, doch het belang dat raadsleden zitting hebben in de stichting is wel bekend. De heer Toxopeus zat in het bestuur der sportstichting toch wel min of meer als vertegenwoor diger van een bepaalde groep. In verband hiermede zou spreker gaarne de heer Melzer als lid voordragen. De heer VAN BIJNEN zegt, dat de heer Toxopeus niet als raadslid en fractielid in het bestuur der stichting zat, doch als gewoon burger. Spreker voelt er voor dit voorstel terug te nemen en dan een nieuwe aanbeveling op te laten maken, waarin de heer Melzer eventueel wordt vermeld. De heer QUADEKKER steunt dit voorstel van de heer Van Bijnen. De heer MINDERHOUD is eveneens voorstander van dit voorstel. De heer VERMEULEN vindt dit alles een beetje raar. De heer Toxo peus zat niet als raadslid in het bestuur der sportstichting. Waarom moet nu de kandidatuur van de heer Melzer, wel als raadslid, gesteld worden? De vraag rijst of er raadsleden in de sportstichting moeten zitten. De VOORZITTER gelooft, dat er alleen sprake is van een aanbeve ling gedaan door de sportstichting, aan het college van burgemeester en wethouders en door dezen aan de raad. De gemeenteraad kan kandidaten noemen. De vraag rijst of het verstandig is de politiek hierbij te halen. De heer VAN DEN EEDEN vraagt zich af of het charmant is t.o.v. de sportraad indien de raad andere leden benoemt. Wethouder MEIJS zegt, dat er een misverstand is. Volgens de statuten van de sportstichting worden drie leden door de sportraad voorgedragen. De VOORZITTER merkt op, dat de statuten zeggen, dat vier leden van de sportstichting worden benoemd door de gemeenteraad op aan beveling van burgemeester en wethouders. Voor elk te benoemen bestuurs lid kan door het bestuur der stichting een aanbeveling van twee personen worden gedaan aan burgemeester en wethouders. Er is geen sprake van evenredige vertegenwoordiging door de raadsfracties. De heer VAN HOUTEN stelt de heer Melzer kandidaat. De heer MENDES vraagt in welke kwaliteit de heer Toxopeus in de sportstichting zat. De heer VERMEULEN merkt op, dat iedere fractie vrij is kandidaten te stellen. Het is echter niet juist dat er kandidaten door de fracties worden gesteld nu er een aanbeveling wordt gedaan. De heer VAN BIJNEN verklaart zich akkoord met de heer Vermeulen. De heer DRION is het ook eens met de heer Vermeulen. Dc VOORZITTER antwoordt, dat de heer Toxopeus niet als raadslid in het bestuur der sportstichting zat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 220