224
15 JULI 1959
vermeld, dat de toestemming om op eigen risico met de bouw te begin
nen door burgemeester en wethouders was gegeven.
De heer DRION zegt, dat de heer Quadekker de opmerking van de
voorzitter „van ingénu tot medeplichtig" ten onrechte heeft aangehaald.
Toen betrof het een uitgaaf waarvoor geen krediet was gevoteerd. Thans
gaat het over heel iets anders. Er is een voorlopig koopcontract geslo
ten. Gebruikelijk is dat dan begonnen mag worden op eigen risico, temeer
nu de verkoop geschiedt in overeenstemming met uitbreidingsplan en ex
ploitatie-opzet. De belangen van de aspirant-kopers worden hiermede ten
zeerste gebaat.
De heer VERMEULEN kan zich met de uitleg van de voorzitter vol
komen verenigen.
De heer KRAMERS zegt, dat het bouwen van winkels door midden
standers niet meer voorkomt. Dit is veel te duur. De bouweiscn cn uit
breidingsplannen zouden gelegenheid moeten openen kleinere en minder
kostbare winkels te bouwen.
De heer RATTINK zegt, dat het antwoord van de wethouder hem niet
heeft bevredigd.
Bij de bouw van winkels wordt een bepaalde eenheidsstijl gevorderd.
Dit is uiteraard voor particulieren vrij duur. Volgens spreker moet het
echter zo zijn, dat degenen die een vrij behoorlijke winkel wensen te
bouwen dit ook kunnen doen. In een wijk kan de bouw van hier en daar
een winkel in plaats van alle bij elkaar zeer wel verantwoord zijn.
Spreker verzoekt eens na te gaan of het mogelijk is de eisen minder hoog
te stellen. Hij wijst voorts op de mogelijkheid van overleg met midden
standers.
De VOORZITTER antwoordt, dat de raad de eisen welke aan de
winkels worden gesteld en waar zij dienen te worden gebouwd kan bezien
bij de vaststelling van het uitbreidingsplan. Ten aanzien van de planning
van winkels in nieuwe wijken is nog niet voldoende researchwerk ver
richt om tot wetenschappelijk verantwoorde planning te komen. Hierover
zijn gesprekken gaande met deskundigen van niveau. Als de raad een
uitbreidingsplan en een exploitatiebcrekening vaststelt kan hij over de
verkoop zelf bepalingen stellen. In de moderne stedebouw is de gemeen
schappelijke bouw meestal goedkoper. Het college van burgemeester en
wethouders ziet niets liever dan eigen bouw zoals b.v. op het Mgr.
Nolensplein en aan het Hooghout heeft plaats gehad. Burgemeester en
wethouders zien ook graag goedkopere winkels, maar er moet gewaakt
worden tegen onverantwoorde bouw.
Hierna worden de voorstellen aange
nomen.
26. Voorzieningen pand Middellaan 64.
28. Hypothecaire lening.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
29. Gemeentebegroting 1958.
De heer ZIJTREGTOP zegt, dat de hogere opbrengst van de alge-