12 AUGUSTUS 1959
239
T. J. T. HILTE. K. VAN HOUTEN. G. F. HULSKRAMER. A. TONG-
ELOED, J. J. KAMPHUYS. F. J. MELZER. A. MENDES, J. A. MEIJS.
G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL. P. F. C. NIEUWLA AT. F. P.
VAN DE NOORT. J. H. M. QUADEKKER. A. T. A RATTINK,
H. F. W. STOKKERMANS, H. VAN TOLEDO. T. F. V. VERMEU
LEN, J. VERSCHUREN, drs. P. VIS, F. VAN WERKHOOVEN, drs.
N. H. ZIJTREGTOP.
Afweziq de heren mr. B. W. M. DRION, C. A. VAN DUITL. C. VAN
DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, D. J. A. KRAMERS en
A. KROON.
Voorzitter: de heer mr. dr. C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de heer mr. PH. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnen gekomen van de heren KRAMERS.
VAN GISBERGEN, VAN DEN EEDEN, DRION en KROON.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
I. Beëdiging.
De heer J. J. J. HILTE legt in handen van de voorzitter de voorge
schreven eden af.
De VOORZITTER wenst de heer Hilte namens de raad geluk met
zijn installatie als raadslid. Hij wenst dat het raadslidmaatschap de heer
Hilte bevrediging zal schenken en dat dit voor Breda veel nut mag
afwerpen.
De heer HILTE dankt de voorzitter voor diens vriendelijke welkomst
woorden. Hij hoopt dat zijn wensen in vervulling zullen gaan en zal
daartoe zelf zijn best doen.
2. Wethoudersverkiezing.
De heer VAN BÏJNEN stelt de heer W. C. A. M. van Boxtel kandidaat.
Uit de stemming blijkt dat tot wethouder is gekozen de heer W. C.
A. M. van Boxtel. Uitgebracht zijn 33 stemmen, waarvan 27 op de heer
Van Boxtel, 2 op de heer Van den Eeden, 1 op de heer Minderhoud,
1 op de heer Quadekker en 2 blanco.
De VOORZITTER verzoekt de heer Van Boxtel aan de college
tafel plaats te nemen. Hij heet hem welkom als wethouder der gemeente
Breda. De heer Van Boxtel is niet de eerste die van deze raadsstoel
verhuist. Spreker wenst hem toe dat hij de zware taak, die de raad hem
heeft toevertrouwd, met ere en genoegen zal dragen tot voldoening van
hemzelf en van de stad Breda. De heer Van Boxtel heeft al een carrière
in de raad achter de rug. In zijn betogen heeft spreker de gaven van
de heer Van Boxtel mogen beluisteren. Mogen deze gaven de stad tot
steun zijn.
Wethouder VAN BOXTEL dankt de voorzitter voor diens woorden
en zijn inleiding in de nieuwe functie na de uitspraak van de raad.
Spreker realiseert zich dat hij de plaats gaat innemen van een man, die
kan bogen op een lange staat van dienst en een lange ervaring. Spreker