242
15
april
15
april
15
april
13
mei
13
mei
13
mei
17
juni
17
juni
17
juni
17
juni
12 AUGUSTUS 1959
1959
42
1
uli
1959,
G
no.
24122
1959
24
1
uli
1959,
G
no.
24220
1959
7
8
uli
1959,
G
no.
23341
1959
23h
17
uni
1959,
G
no.
24118
1959
23g
1
uli
1959,
G
no.
24138
1959
23f
17
uni
1959,
G
no.
2413b
1959
26i
15
uli
1959,
G
no.
27943
1959
26f
15
uli
1959,
G
no.
23308
1959
27b
29
uli
1959,
G
no.
28106
1959
27b
29
uli
1959,
G
no.
28105
Datum besl. B. en W. Agendano.s
3 maart 1959 1203
Datum besluit gedeput. staten:
6 mei 1959, G no. 20504
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
Vraag:
De heer RATTINK wijst erop dat in de P. C. Hooftstraat twee scholen
zijn gevestigd. Daartussen ligt een gazon, afgesloten aan een zijde door
de kerk. Spreker vraagt deze grasvlakte een behoorlijk aanzien te geven
en het pad liggend aan de achterzijde van de huizen aan de Julianalaan
te laten bestaan.
Antwoord:
Het bedoelde terrein aan de P. C. Hooftstraat, gelegen tussen twee
scholen, is bestemd als bouwterrein.
Het terrein is voldoende geëgaliseerd, doch het gras was inderdaad te
hoog, weshalve opdracht is verstrekt om dit te doen maaien. Het aan
leggen van paden op dit als bouwterrein bestemd perceel dient te worden
ontraden: ter plaatse zijn voldoende tegelverhardingen langs de rijbanen.
Vraag:
De heer RATTINK heeft in de vergadering van 13 mei gevraagd enige
lokalen van de openbare school in het Brabantpark beschikbaar te stellen
voor de le klas van de lagere school en het kleuteronderwijs. Wet
houder Stubenrouch heeft toegezegd deze aangelegenheid nog eens met
de technische dienst op te nemen. Nu de wethouder zijn functie heeft neer
gelegd meent hij goed te doen deze zaak opnieuw onder de aandacht te
brengen.
Antwoord:
Er wordt alleszins naar gestreefd het gehele schoolgebouw aan de
Beverweg per 1 september 1959 gereed te hebben.
Mocht onverhoopt hieraan geen gevolg gegeven kunnen worden, dan
zullen zeker een vier-tal lokalen gereed zijn, zodat zowel met het geven
van openbaar kleuteronderwijs als met het geven van openbaar gewoon
lager onderwijs per 1 september a.s. in het Brabantpark een aanvang kan
worden genomen.
Vraag:
De heer VAN HOUTEN verzoekt de straatverlichting van de Cartier
van Disselstraat en de Burg. Passtoorsstraat te verbeteren.
Antwoord:
Er bestaan nog vele desiderata met betrekking tot de straatverlichting
in de oudere wijken. De gasstraatverlichting is naar de huidige maat
staven onvoldoende en bovendien oneconomisch te achten. De elektrische
straatverlichting in oudere wijken is eveneens onvoldoende.
Een en ander geeft ons aanleiding tot de overweging een vijfjarenplan