12 AUGUSTUS 1959 243 voor verbetering van de straatverlichting op te stellen. Daarbij zal uiteraard ook aan de Cartier van Disselstraat en de Burg. Passtoorsstraat aandacht worden geschonken. Vraag: Mevr. VAN MIERLO vraagt de aandacht voor bespoediging van de verbetering van de Emerweg. Het is nu droog weer, maar bij regen wordt de toestand zeer slecht. De boeren moeten midden in de aardbeien- en asperge- umpugne hele stukken omrijden, sommigen ruim een half uur. Antwoord: Het bedoelde weggedeelte van de Emerweg is inmiddels weer van een verharding voorzien en voor het verkeer opengesteld. Vraag: De heer ZIJTREGTOP vraagt verbetering van het wegdek van de Koninginnestraat. Antwoord: Een plan tot verbetering van de riolering en bestrating van de Konin ginnestraat is reeds geruime tijd geleden opgesteld en aan de R.A.W. voor uitvoering als werkverruimingsobject vooi-gedragen. Aangezien het een materiaalintensief en daardoor z.g. „duur werk" is de kosten per manweek bedragen meer dan 175,is toestemming van hogerhand om tot uitvoering met subsidie over te gaan op korte termijn nog niet te verwachten. Vraag: De heer KRAMERS zegt, dat achter de huizen van de Ginnekenweg een poortje loopt dat in de Koninginnestraat uitkomt. In dit poortje staat een trafohuis, waarvóór een kleine open ruimte is gelegen. Hier wordt veel vuil weggeworpen. Spreker vraagt of hieraan de nodige aandacht kan worden besteed. Antwoord: In bedoelde poort werd bij het trafohuisje inderdaad enig vuilnis aan getroffen, dat inmiddels van gemeentewege verwijderd is. Bij een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de poort thans in ordelijke staat verkeert. Aan de politie is opgedragen toezicht op deze poort te houden. Vraag: Mevr. VAN MIERLO zegt, dat de vermelding van het advies van de afdeling voor openbare werken op de voorstellen van burgemeester en wethouders niet steeds gelijk is. Soms staat er, dat de afdeling akkoord gaat, soms staat er niets van en andere keren is vermeld, dat een even tueel afwijkend advies van de afdeling nog za' worden medegedeeld. Spreekster zal het op prijs stellen indien hier in de toekomst uniformiteit wordt betracht. Antwoord: In het algemeen wordt het oordeel van de afdeling voor openbare wer ken gevraagd, voordat de raadsvoorstellen worden uitgezonden. De ziens wijze van de afdeling wordt dan in het voorstel vermeld. Wordt de afdeling over een zaak gehoord, nadat het betreffend raads voorstel reeds is verzonden, dan wordt in het voorstel vermeld, dat een eventueel afwijkend advies nog zal worden medegedeeld. Het is wel eens gebeurd, dat omtrent het oordeel der afdeling in het voorstel niets werd vermeld, doch dat was een verzuim.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 243