12 AUGUSTUS 1959 245 brug en Bernhardbrug respectievelijk Reepbrug en Tulianabrug, te willen baggeren. Het bestuur van het waterschap „De Aa of Weerijs" antwoordde, dat in verband met de urgente uitvoering van meerdere werken elders in het waterschap, er momenteel geen mogelijkheid is, bedoelde baggerwerken non ter hand te nemen. Het waterschap „De Bovenmark" is over de uitvoering van de bagger- werkzaamheden in onderhandeling. Inzake het afdrijven van vrijkomend vuil bij het schoonmaken van de rivier Aa of Weerijs, is aan het bestuur van het waterschap verzocht om maatregelen te treffen, dat het vuil niet in de stadssingels geraakt. Vraag: De heer QUADEKKER zegt dat 21 juli a.s. de Belgische nationale feestdag wordt gevierd. Op deze dag is het markt. Zou het moqelijk zijn de markt ot> die daq naar een ander terrein te v°rnlaatsen? Zowel voor de middenstand als voor onze buren is zulks van belang. Antwoord: Evenals op andere Belgische feestdagen zullen op 21 juli ongetwijfeld veel Belgen naar Breda komen. Hierin ligt evenwel geen dringende aan leiding tot verplaatsing van de weekmarkt. Dit zou niet alleen gaan ten koste van de zakelijke belangen van een 200-tal marktkooplieden, doch tevens ten ongerieve van de marktbezoekers. waaronder steeds opvallend veel Belgen, die juist de weekmarkt op de Grote Markt als een welkome afleiding beschouwen. Verplaatsing van de weekmarkt uit hoofde van de Belgische nationale feestdag zou overigens een ongewenst precedent scheppen voor andere soortgelijke gelegenheden. 6 Stichting regionaal woonwagenkamp. De heer VERMEULEN is van oordeel dat het nemen van een besluit als het onderhavige te belanqriik is om dit enkel met een hamerslag af te doen. Het gaat hier om een belanqrijke materie. Met het college van bur gemeester en wethouders is spreker van oordeel dat de gemeente als overheid moet trachten zodanige voorzieningen te treffen dat het voor de woonwagenbewoners moqelijk wordt zich aan normale levensomstandig heden aan te passen. Financieel is dit alleen verantwoord als de staan plaatsen worden geconcentreerd. Uit dezen hoofde is het toe te juichen dat er contact is opgenomen tussen de 14 genoemde gemeenten om tot een gezamenlijke regeling te komen. Breda is hierbij aangewezen als qemeente waar het regionale kamp wordt gevestigd. Het nemen van het voorgestelde besluit zal tot gevolg hebben dat de vrijheid, welke de woon wagenbevolking krachtens de wet van 1918 werd geboden, wordt beperkt Zij zullen zich niet meer kunnen vestigen in de gemeente, welke zij wen sen, doch zijn aangewezen op de centrale vestigingsplaatsen. In dit op zicht geraken deze mensen achter op de andere burgers. De gebondenheid aan een centrale plaats levert ook bezwaren op met betrekking tot de werkgelegenheid. Spreker weet niet hoe het nu staat met degenen, die in de 14 gemeenten verblijven, doch het is de vraag of de werkgelegenheid van deze mensen niet in het gedrang komt. Een ander aspect is de plaats van het kamp. In Breda komt nu een goed geoutilleerd kamp aan de andere zijd" van de weg, waar de industrie terreinen zijn gelegen, waarvan de mogelijkheid van uitbreiding in noor delijke richting niet uitgesloten is. Aan de andere zijde van de weg is woningwetbouw geprojecteerd, die niet ver van het regionale kamp ver wijderd zal blijven. In menselijk opzicht kan de vraag worden gesteld of de nabijheid van het kamp, terecht of ten onrechte, niet zijn stempel op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 245