12 AUGUSTUS 1959 247 zijn. In dat geval moet men ze niet in een regionaal kamp dwingen. Van een dergelijke gedwongen samenleving is weinig succes te verwachten. Het kan zijn dat belanghebbenden economische belangen hebben in andere gemeenten, die zij moeten verlaten. Dit zou leiden tot een extra belasting van de materiële hulpbronnen. De wet van 1957 heeft de mogelijkheid van gemeenschappelijke regelingen voor woonwagenkampen geopend. Spre ker vraaqt zich af of hier zo veel gemeenten tezamen tot één kamp moeten komen. Het gaat nu om 15 gemeenten, maar in theorie zouden alle 1000 gemeenten wel één kamp kunnen oprichten. De vrijheidsbeperking gaat in ieder qeval wel ver. Wat betreft de kostenbegroting merkt spreker op dat het wel een speling van het lot schijnt dat het eerste gemeenschapshuis in deze ge meente in het woonwagenkamp wordt opgericht. Spreker vraagt zich af of de afschrijvingstermijn wel is aangepast aan het te verwachten gebruik. Zoals uit het voorstel blijkt is bij de bouw van de b.l.o.-school rekening gehouden met het reqionale kamp. Moeten de kinderen van woonwagen bewoners allen naar b.l.o.-scholen? Wat de regeling zelf betreft acht spreker tegenstrijdigheid aanwezig in die zin dat artikel 2 de doelstellingen aangeeft, door het rechtspersoon lijkheid bezittend lichaam na te streven, doch als de kredieten worden geweigerd zullen de noodzakelijke voorzieningen niet kunnen worden ge troffen. De overdracht van bevoegdheden, geregeld in artikel 4, is zwaar te ver teren. Dit lijkt niet nodig te zijn. Ook de bevoeqdheden van artikel 8 in zake de strafbepalinqen acht spreker bezwaarlijk. Sprekers fractie kan dan ook vooralsnog geen steun geven aan het voorstel. De heer VAN BITNEN deelt mede dat de fractie van de K.V.P. de voorgestelde gemeenschappeliike regeling toeiuicht. Handhaven van de situatie volgens de wet van 1918 zou betekenen het handhaven van kam pen. die niet aan de eisen van de tegenwoordige samenleving voldoen. Als er gesproken wordt van het beknotten van vrijheid, wil spreker er op wijzen dat dit wel eens meer is moeten gebeuren als het er om ging betere voorzieningen voor belanghebbenden te treffen. Ook spreker heeft wel wat bezwaren tegen de voorgestelde overdracht van bevoegdheden. Het is niet prettig, maar er moet nu eenmaal een keus worden gemaakt. Het belang dat het regionaal woonwagenkamp oplevert liikt groter te zijn dan de bezwaren van de overdracht van bevoegdheden. Hetgeen de heren Vermeulen en Van Houten hebben opqemerkt over een tekort aan mede zeggenschap van Breda mag op zich juist zijn. doch dit is slechts theorie. Uit de taakomschrijving van de voorzitter blijkt ook hoe groot deze zeg genschap in feite wel is. Het is ook niet aan te nemen dat de andere gemeenten Breda op kosten zullen jagen, omdat zij zelf eveneens de finan ciële conseouenties moeten dragen. De K.V.P.-fractie is het eens met het voorstel. Als verbetering zou kunnen worden aangebracht in de vertegenwoordiging van Breda dan ziin daartegen evenmin bezwaren. Spreker verwacht echter dat dit aspect wel voldoende zal zijn onderzocht en om practische redenen niet te verwezen lijken zal zijn geweest. Spreker zal nog qaarne vernemen of Gedenuteerde Staten een beslissing als bedoeld in art. 16, 3e lid, der regeling zullen nemen voordat de termijn voor het inbrengen van bezwaren, bedoeld in het 4e lid, is verstreken. De heer QUADEKKER heeft uit de omschrijving van de sanitaire voorzieningen begrepen dat het kamp wel minstens 2 tappunten voor water zal krijgen, dan wel een mengkraan voor koud en warm water. Hij wil attent maken op een „Schönheitsfehler" in de toelichting. Volgens de begroting 1960 wordt er gas, water en elektriciteit in rekening gebracht;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 247