248 12 AUGUSTUS 1959 volgens de nieuwe exploitatiebegroting alleen water en elektriciteit. Is er nu gas of niet in het kamp? Welke commissie heeft dit voorstel behandeld? Zo ja, welk advies is dan uitgebracht? Heeft de politie wel bevoegdheid om op te treden nu hier een afzonderlijk publiekrechtelijk lichaam is geschapen? Heeft men kennis genomen van de lezing van pater Mijnsbergen van het Labrehuis over het wel en wee van de woonwagenbewoners? Als men deze mensen gaat brengen in een status, die zij niet verlangen, dan kan dit er toe leiden dat het paard in de beste kamer wordt gezet en een bos stro in de kamer voor vader en moeder. De vraag is: gaan we niet te ver? Mevr. DE BONTE zal gaarne vernemen hoe het zal gaan met d>' werkgelegenheid als in Breda het regionaal woonwagenkamp komt. Zal het aantal werklozen niet groot worden? Mevr. VAN MIERLO zal gaarne vernemen of de andere gemeenten bijdragen in de werkloosheidsuitkeringen en andere sociale voorzieningen. De VOORZITTER heeft met belangstelling naar de gehouden betogen geluisterd en het is prettig dat voor het onderwerp zoveel interesse aan wezig is. Ieder voelt aan dat voor de klasse der woonwagenbewoners verder moet worden gegaan dan in de vooroorlogse periode. Er is nie mand in de raad, die meent dat de toestand goed is, dat aan de verplich tingen van het gemeentebestuur is voldaan, en dat daarom de zaak het best kan blijven zoals ze nu is. Bepaalde voorzieningen zijn noodzakelijk. Het gaat er nu om: moet Breda de zaak verbeteren, ja of nee? In de kring van de samensprekende gemeenten zijn er 3 of 4, die een eigen kamp hebben, zeker Oosterhout en Etten. Zou men nu eenzijdig het eigen kamp verbeteren, dan is het vriiwel zeker dat woonwagens uit andere plaatsen worden aangetrokken. Het effect is dus dat vele woonwagen bewoners naar Breda verhuizen. In dat geval zou Breda alleen met de sociale en financiële lasten zitten zonder bijdrage van de anderp ont laste gemeenten. Er is op dit punt reeds lang groeiende zorg in Breda, tegelijk met de aandacht, welke ook door het ministerie van Maatschap pelijk Werk aan deze zaak in de gehele provincie wordt besteed. Het woonwaqenprobleem speelt hoofdzakelijk in de zuidelijke provincies. Vóór Breda zijn er nu reeds regionale kampen in Den Bosch, Eindhoven en Tilburg. Breda is dus niet het eerst. Als er gezegd wordt dat door de streekkampen de vriiheid van de woonwagenbewoners wordt beknot dan is dat zeker waar. Maar de vrij heidsbeknotting, die hier wordt voorgesteld is een direct gevolg van een door de Staten-Generaal aanvaarde wet en dus doelbewust oogelegd. Als een lid in dit verband spreekt van een samenwerking van 1000 gemeenten voor één kamp dan is dit uiteraard niet het geval. Het gaat om een zorg vuldige samenvoeging. Hoofdzakelijk zijn het door de praktijk gesanctio neerde situaties. Met verschillende sprekers is de voorzitter van mening dat verplaatsing naar een regionaal kamp met voorzichtigheid en geleide lijkheid moet gebeuren. Men moet dit niet forceren. Er ziin bepaalde belan gen die we niet kunnen overzien. Dit vraagt een voorzichtig beleid bij de uitvoerende organen, méér dan van de raad bij de vaststelling van de gemeenschappelijke regeling. Deze regeling beoogt een qeliikmatige v>r- delinq van de hoge kosten van een streekkamp over de ontlaste gemeen ten. De overdracht van bevoegdheden met toepassing van de woonwagen- wet en de wet gemeenschappelijke regelingen vindt een allereenvoudigst en allernoodzakelijkst sequeel in het ontwerp gemeenschappelijke regeling. Als de heer Vermeulen stelt dat de regelinq niet doelmatig is opgezet dan wil spreker verwijzen naar soortgelijke regelingen van andere gemeenten. Ook regelingen op ander gebied, zoals de gemeenschappelijke vleeskeuring,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 248