250 12 AUGUSTUS 1959 Spreker zal nog gaarne vernemen of de bezoldiging der ambtenaren dezelfde zal zijn als van die in gemeentedienst. De voorzitter heeft ver wezen naar soortgelijke regelingen als de vleeskeuring en de warenkeuring. Naar sprekers mening gaat het hier echter over een geheel andere zaak. Wat zijn de overwegingen geweest voor de nu gekozen vorm van samen werking? Breda draagt 51% van de lasten en is in het bestuur van 15 slechts met 2 leden vertegenwoordigd. Hier is sprake van een wanverhou ding. Wie zal bijvoorbeeld met de lasten blijven zitten bij opzegging van de samenwerking? Het gaat om kleine gemeenten die met dergelijke con- seauenties op hun begrotingen komen te zitten. De liquidatie is niet geregeld. De vertegenwoordiging van Breda moet dus veel sterker zijn dan in het voorstel is vastgelegd. Spreker heeft de plaats van het kamp in discussie gebracht omdat het karakter van het bestaande kamp wordt veranderd. Tot nu toe gold dit kamp alleen voor Breda. Nu het regionaal wordt kan ook naar andere plaatsen worden uitgezien. Is bijvoorbeeld het kamp in Oosterhout niet geschikt? De heer VAN HOUTEN zegt dat zijn bezwaren tegen het voorstel niet zijn weggenomen. Er moet uiteraard een regeling worden getroffen doch de methode, welke wordt voorgesteld, stuit bij hem op tal van for mele bezwaren. De heer VAN BITNEN kan de heer Vermeulen mededelen, waar deze stelt „nu is er niets meer aan te doen", dat er geen afspraak is inzake het K.V.P.-standpunt. Spreker heeft in eerste instantie bedoeld te zeggen dat zijn fractie na rijp overleg tot een bepaalde mening is gekomen, welke er toe leidt dat men het voorstel van burgemeester en wethouders zal accepteren. Spreker wilde dit even recht zetten. Als gezegd wordt dat niet de praktijk, maar de theorie moet worden geregeld dan wil spreker daarop antwoorden dat hij de verwachting dat de praktijk zal meevallen baseert op de samenhang met de verdere bepa lingen, die in de regeling zijn opgenomen. Spreker is door de gegeven toelichting gesterkt in zijn overtuiging dat de voorgestelde regeling door gang moet vinden. De heer QUADEKKER acht de toelichting van de heer Van Bijnen op hetgeen hij in eerste instantie heeft gezegd over het K.V.P.-standpunt slechts een kleine nuancering. Dit lijkt wel ongeveer hetzelfde te zijn. Spreker wil nog gaarne inlichtingen hebben over de bevoegdheden van de politie in het overgedragen gebied. De methode van mededelingen over de adviezen van raadsafdelingen is spreker niet duidelijk. Nu eens blijkt daarvan uit de stukken, dan weer ontbreekt iedere mededeling. De VOORZITTER geeft toe dat er op dit punt een omissie is begaan De afdelinq voor de subsidies heeft op het voorstel van burgemeester en wethouders een gunstig advies uitgebracht met 3 tegen 2 stemmen. De politionele bevoegdheid in het kamp berust bij de burgemeester van Breda met inachtneming van de gebruikelijke voorschriften. Voor het bin nentreden van een woonwagen geldt hetzelfde recht als voor het binnen treden van woningen. Het b.l.o.-onderwijs in het kamp dient niet te worden verward met onderwijs aan achterlijke kinderen. Dit is als buitengewoon onderwijs af gestemd op de woonwagenkinderen. Iets dergelijks treft men bijvoorbeeld aan in het sanatorium „De Klokkenberg", waar ook een b.l.o.-school gevestigd is. De ouders hebben overigens de vrijheid hun kinderen naar iedere willekeurige school te zenden. De heer VERMEULEN acht op grond van het kostenaandeel van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 250