256 12 AUGUSTUS 1959 dat dit in het onderhavige voorstel naar zijn oordeel niet het geval is; besluit: burgemeester en wethouders te verzoeken het voorliggende voorstel terug te nemen en in overleg met de aannemer en de aideling voor openbare werken op zeer korte termijn na te gaan ol niet tot een goedkoper bouw voor het onderhavige complex kan worden ge komen. De VOORZITTER kan deze motie alleen maar zien als een voorstel tot aanhouding van het preadvies. In feite betekent aanneming van de motie afwijzing van het voorsttl van burgemeester en wethouders. De raad is ook zonder de motie, die de orde der vergadering doorkruist, vrij het voorstel van burgemeester en wethouders af te stemmen. De wethouder heeft duidelijk gezegd dat dit voorstel een normaal uitvloeisel is van het contract om in 5 jaar 1250 woningen van een bepaald type tegen een heidsprijzen te bouwen. Spreker gelooft dat burgemeester en wethouders niet anders kunnen doen dan de weg vrij maken voor de uitvoering van het contract. De suggestie om te spreken over een ander type woningen met lagere huren wil het college wel overwegen. Uitstel moet echter wor den ontraden. De heer VERMEULEN is het er niet mede eens dat de motie de orde der vergadering doorkruist. Ieder raadslid heeft de bevoegdheid een verdei gaand voorstel in stemming te brengen. Spreker verwacht niet dat de afwijzing van het krediet tot acute moeilijkheden zal leiden. Er kan ook in 1960 worden begonnen. De aannemer wil wel in september beginnen, omdat hij door gunstige weersomstandigheden goed is opgeschoten. Het lijkt dan ook geforceerd om te stellen dat moeilijkheden met de aannemer dreigen als het krediet nu niet wordt aangenomen. Spreker stelt uitdrukke lijk dat goedkoper woningen niet van een ander type behoeven te zijn. Hij verzoekt zijn motie in stemming te brengen. Wethouder JONGBLOED zou geen bezwaar hebben tegen de motie als die niet beoogde het uitstellen van de gevraagde kredietverlening. Zou de heer Vermeulen geen genoegen willen nemen met de toezegging dat met de afdeling voor openbare werken en met de aannemer overleg zal worden gepleegd. Dat behoeft dan het krediet niet in de weg te staan. Als de motie wordt aangenomen wordt het twijfelachtig of het restant bouw volume 1959 nog kan worden benut. Bij toekenning van het krediet zou ook de aanvrage van de rijksbijdrage normaal doorgang kunnen vinden. Spreker zal het dan ook op prijs stellen als het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen en genoegen wordt genomen met de gedane toezeggingen. De heer VAN BIJNEN is het wel eens met de heer Vermeulen, doch spreker heeft begrepen dat het niet aannemen van het voorstel in de rich ting van contractbreuk leidt. Spreker wil wel genoegen nemen met de gedane toezeggingen. De heer ZIJTREGTOP onderschrijft de mening van de heer Van Bijnen, doch hij wil er op aandringen dat bij het te houden beraad de afdeling voor openbare werken in belangrijke mate wordt ingeschakeld. De heer QUADEKKER voelt voor de motie van de heer Vermeulen, omdat aanneming daarvan er eerder toe zal leiden dat in een volgende vergadering van de zijde van de burgemeester en wethouders nadere voorstellen zullen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 256