12 AUGUSTUS 1959 259 Na een desbetreffend voorstel van spreker is thans het adres van de bewoners gevolgd met hetzelfde doel. Burgemeester en wethouders hebben nu tendentieus geadviseerd en bezijden de waarheid. Spreker kan dan ook beslist niet met het advies meegaan. Hij is zelf overtuigd van de veroor zaakte overlast. Er is veel extra onderhoud aan de dakgoten nodig en zelfs de binnenmuren worden vochtig. Ondanks het argument van stads- schoon meent spreker dat aan de bewoners geen overlast mag worden aangedaan. De heer KAMPHUYS was eigenlijk verheugd over het preadvies. Er wordt n.l. nogal gemakkelijk gekapt. Maar als het nu zo is, dat aan de betrokkenen veel overlast wordt veroorzaakt, dan is spreker het eens niet de heer Vermeulen. H"t p-eadvies is dan eigenlijk oniuist. Het rooien der bomen in de Raadhuisstraat mag echter geen gevolgen hebben ten aanzien van bomen in andere straten. De heer VAN BITNEN is in het algemeen tegen het rooien van bomen. Als het echter noodzakelijk is ligt de zaak anders. Gezien de situatie is spreker niet overtuigd van het stadsschoon bij het behouden van deze bomen. De ongemakken zijn wel aangetoond. Spreker vindt derhalve dat gekapt moet worden. De heer MINDERHOUD kent uit eiqen ervaring het ongemak dat bomen voor het huis kunnen opleveren. Hij was blij toen de bomen voor zijn huis werden gekapt. Spreker vindt het vreemd dat geen onderzoek is ingesteld; hij kan zich niet met het preadvies verenigen. Wethouder JONGBLOED moet ontkennen dat onvoldoende aandacht zou zijn geschonken aan de klachten van de adressanten. Er is wel dege lijk een onderzoek ingesteld door de directeur van beplantingen. Of er overlast is kan ook geconstateerd worden buiten de betrokkenen om. Er zijn uiteraard altijd wel bezwaren als men bomen voor het huis heeft staan. In het onderhavige geval staan er hoog opgesnoeide bomen met een kleine top. Er is geen ruimte om nieuwe bomen verder van de huizen af te planten dan nu het geval is. Achter de betrokken woningen staan eveneens bomen, waarvan de bladeren in de goten komen. Daarvoor gel den dus evengoed bezwaren als ten opzichte van de bomen aan de voor zijde. Zeker in de herfst heeft men dan hinder van de bladeren. Het verschijnsel van de honinqdauw komt inderdaad bij de onderhavige 13 bomen voor. maar dit geldt bijvoorbeeld ook voor de bomen in de Baro nielaan. Dit komt slechts korte tijd van het jaar voor, alleen dit jaar is de hinder wat groter dan andere jaren. Door de directeur van beplan tingen is nog overleg gepleegd met de directeur van openbare werken; ook van die zijde is. vooral op esthetische gronden, aangedrongen op niet rooien der bomen. De beplanting van de Bavelselaan en Ulvenhoutselaan sluit mooi aan op die van de Raadhuisstraat. Burgemeester en wethouders menen in het algemeen voorzichtig te moeten zijn met het toestaan van dergelijke verzoeken ter wille van de conseouenties. Spreker wil overigens de zaak nog wel eens opnieuw bekijken. Misschien kunnen toch wel beter kleine boompies worden aangebracht, hoewel daaromtrent bij spreker wei enige twijfel bestaat. De heer VERMEULEN heeft het gefrappeerd dat degene, die verant woordelijk is voor de gegeven voorlichting, door de wethouder wordt gesauveerd. Spreker zag liever dat deze ambtenaar ernstig zou worden onderhouden. Spreker heeft er geen behoefte aan het voor-tel aan te hou den. Door het rooien van de bomen wordt het stadsbeeld niet geschaad en de vcrkeersveiliciheid is er mede ciediend. Bovendien is het duidelijk gebleken dat de adressanten wel degelijk overlast van de bomen onder vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 259