14 JANUARI 1959
21
Mevrouw VAN MIERLO zegt, dat er niet veel tijd is voor lofredenen.
Toch meent zij er op te moeten wijzen, dat de gemeente de heer Derks
zal missen, wegens zijn gedegen kennis van de Bredase burgerij en zijn
uitstekend geheugen. De heer Derks heeft hoofd, hart en hand gegeven
voor zijn werk als directeur van de dienst van sociale zaken.
De heren VERMEULEN, MINDERHOUD, TOXOPEUS en QUA-
DEKKER sluiten zich bij de woorden van mevrouw Van Mierlo aan.
Hierna wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
33. Benoeming directeur vervoerbedrijf.
Op voorstel van de voorzitter worden de deuren gesloten.
Na heropening der vergadering wordt over de benoeming gestemd.
Uitgebracht worden: 32 stemmen, waarvan 18 op de heer L. W. van
Geel, 13 op de heer F. A. J. Heckler en een ongeldige stem, zodat de
heer Van Geel is benoemd.
34. Middendrukleiding gasbedrijf.
De heer VERMEULEN zegt, dat de afdeling voor de nutsbedrijven
hedenmiddag met het voorstel akkoord is gegaan. Spreker is daarom deze
keer akkoord gegaan met onderhandse aanbesteding, omdat het hier gaat
om kwaliteitswerk, hetwelk slechts aan een betrouwbare firma kan worden
opgedragen. In de bespreking is naar voren gekomen, dat de gemeente
zou moeten kunnen beschikken over personeel, dat dit soort werk kan
beoordelen. Dit is nu de moeilijkheid. Aanbevolen is de lassers tevoren
een proef af te laten leggen, aangezien de beoordeling daarvan belang
rijker is dan de vraag, welke firma het werk uitvoert.
Als gemeente moet echter zo weinig mogelijk onderhands worden aan
besteed; het is nodig andere mogelijkheden in overweging te nemen.
De heer VAN DUIJL zegt, dat hij als lid van de afdeling voor de nuts
bedrijven met het voorstel akkoord gaat.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat er geen enkel bezwaar is om met
de opmerking van de heer Vermeulen rekening te houden en de lassers
tevoren een proef te laten afleggen.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
Rondvraag.
De heer KROON zegt het volgende:
Bij de onlangs gehouden openbare aanbesteding van de brug over de
Mark in de Krogten, is door één van de inschrijvers, naast het gevraagde
object, een ander (goedkoper) object ingediend. Indien ik goed ben inge
licht, heeft Uw college aan bedoelde inschrijver het werk gegund, volgens
de door hem ingediende goedkopere constructie.
Naar aanleiding hiervan veroorloof ik mij Uw college de volgende vragen
te stellen:
1. Is Uw college niet vooraf door Uw technische dienst ingelicht, dat
een dergelijke goedkopere constructie ook mogelijk was?