16 SEPTEMBER 1959 271 waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Minderhoud. De heer MINDERHOUD zegt: Burgemeester Kortmann, Namens de gemeenteraad van Breda wens ik U hartelijk geluk met uw benoeming tot Commissaris der Koningin in de provincie Noord- Brabant en ik spreek de hoop uit, dat het U gegeven mag zijn in dit nieuwe ambt voldoening te vinden en vruchtbaar werk te mogen ver richten voor onze provincie. Aangezien het mij bekend is, dat de gemeenteraad nog gelegenheid krijgt afscheid van U te nemen in een afzonderlijke raadsvergadering, wil ik mij thans alleen tot deze gelukwens beperken. Wel wil ik er nog aan toevoegen, dat uw uitspraak in de mei-vergade ring van dit jaar, in antwoord op onze felicitatie met uw benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, nl. „Zij, die gedoodverfd worden, gaan niet dood!" niet is uitgekomen en dat mijn toen gedane voorspelling in vervulling is gegaan. Jammer! Later kom ik hierop nog wel terug. Dank U. De VOORZITTER zegt: Mijnheer de Nestor, dames en heren, Met een enkel woord wil ik danken voor deze gelukwens en ook mijn dank uitspreken aan al degenen die mij mondeling, per brief of anderszins hebben gelukgewenst. Er is gesproken over doodverven en doodgaan. Wij gaan allemaal dood en een profeet ben ik niet geweest: toch zit er in uw uitspraak een grote waarheid. Het ambt van burgemeester heb ik 23 jaar bekleed; het is een prachtig ambt, dat een mens die het mag doen schone kansen biedt en waaraan men zich met de gehele inzet van zijn persoon kan geven. Ik zal het hierbij laten; in een ander verband zullen wij straks nog hierover spreken. Voorts deelt spreker mede, dat de heer Vermeulen verzocht heeft aan de agenda toe te voegen de aangelegenheid met betrekking tot het parkeerverbod op de Grote Markt. Hij stelt voor dit punt aan de agenda toe te voegen. Hiermede wordt overgegaan tot behandeling van de agenda. 1. Notulen. De heer HULSKRAMER verzoekt op blz. 262 onder agendapunt 37b de woorden „in verband met de verlichting" te schrappen. 2-3. Ingekomen stukken. Het stuk onder no. 2 wordt in handen gesteld van burgemeester en wethouders voor het uitbrengen van preadvies; de stukken genoemd onder 3a tot en met ij worden voor kennisgeving aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 271