22
14 JANUARI 1959
2. Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord, waarom
is dan de mogelijkheid in het bestek niet opengelaten, om eveneens in te
schrijven op deze goedkopere constructie?
3. Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord, acht
Uw college dit dan niet een ernstige lapsis van Uw technici?
4. Acht Uw college het nut van deze openbare aanbesteding niet
illusoir, doordat de inschrijvers, welke zich uiteraard aan het bestek dienen
te houden, niet in de gelegenheid waren eveneens in te schrijven op de
goedkopere constructie?
Voorts zegt hij, dat er bij de binnenkort te houden verkiezingen misschien
weer overal aanplakbiljetten zullen verschijnen. Op de reclameborden van
de gemeente, welke zich overal in de stad bevinden, is niet steeds plaats
voor verkiezingsbiljetten. Spreker geeft daarom het college van burgemeester
en wethouders in overweging te bevorderen, dat op verschillende punten
in de stad nog nieuwe tijdelijke borden worden geplaatst, waarvan door
de verschillende partijen gebruik kan worden gemaakt. Zulks zal het clan
destien plakken in hoge mate doen verminderen.
De heer HULSKRAMER merkt op, dat er in het Brabantpark vele
garages leeg staan. Dit is ook gebleken bij de behandeling van de verorde
ning inzake het gebruik van gebouwen. Spreker vraagt burgemeester en
wethouders een overzicht te verstrekken hoeveel garages er zijn, hoe hoog
de huurprijs is en hoeveel er leeg staan.
Voorts vraagt spreker of burgemeester en wethouders er op willen
toezien, dat ook in de buitenwijken regelmatig sneeuw wordt geruimd. Na
de sneeuwval was de toestand in het Liniekwartier onhoudbaar.
De heer QUADEKKER zegt, dat vorige week de Poolse kapitein
Fraczack, die naar Nederland was gekomen om te herstellen, in de
Klokkenberg is overleden. Over zijn begrafenis, die ingevolge zijn laatste
wens in Polen zou plaats vinden, is veel te doen geweest. Spreker wenst
zijn dank te betuigen aan de gehele Bredase burgerij, het gemeentebestuur
en het gehele gemeentelijk apparaat, voor de medewerking verleend aan de
uitvoering van deze laatste wil.
De heer MELZER vraagt of het niet nuttig zou zijn, de burgerij
opmerkzaam te maken op de wijze, waarop de sneeuw van trottoirs dient
te worden verzameld. Thans deponeren vele burgers de sneeuw op de
rijbaan. Hierdoor worden de automobilisten gedwongen hun wagens bijna
midden op de rijbaan te parkeren.
De VOORZITTER antwoordt, dat men de gemeenschap het beste dient
door de sneeuw te deponeren op de rand van de trottoirs. Wat het
sneeuwruimen zelf betreft is gebleken, dat 60% van de burgerij haar
plicht in deze nakomt, de overige 40% niet. Het is ook zo, dat in wijken
van beter gesitueerden het sneeuwruimen minder goed geschiedt dan in
andere wijken. De politie houdt geregeld controle. Het is echter vaak niet
mogelijk de mensen te dwingen, omdat b.v. ouden van dagen en personen
welke slecht ter been zijn niet in staat zijn zelf de sneeuw te ruimen.
Spreker doet daarom een beroep op de burgerij en speciaal op de betere
standen om in deze een voorbeeld te geven en elkander zoveel mogelijk
behulpzaam te zijn.
Mej. T' SAS vraagt burgemeester en wethouders de verlichting van de
Prins Frederiklaan te doen verbeteren.
De heer VAN TOLEDO zegt het volgende: