16 SEPTEMBER 1959
279
9. Uitvoering riolerings- en bcstratingswerken gebied „Tuinzicht".
De heer MENDES zegt dat een deel van het voorstel een grote
teleurstelling is voor de honderden bewoners van de Kwakkelhutstraat
die ten noorden van de spoorlijn wonen. De samensteller van het voorstel
heeft het ook zo aangevoeld. In het voorstel staat dat de toezegging is
gedaan dat een gedeelte van de Kwakkelhutstraat ten zuiden van de
spoorlijn zou worden verbeterd. Dit is niet juist; altijd is gezegd dat
een gedeelte ten noorden van de spoorlijn zou worden verbeterd. De heer
Hulskramer en spreker hebben daar altijd op aangedrongen. Nu wordt
in het voorstel gezegd dat verbetering van dit gedeelte burgemeester en
wethouders niet meer verantwoord voorkomen. Dit is iemand met een
kluitje in het riet sturen. Hij vraagt hoe lang nog de huidige vorm
gehandhaafd blijft; het is een slecht wegdek.
Wethouder JONGBLOED merkt op dat het door de heer Mendes
bedoelde gedeelte van de Kwakkelhutstraat gelegen is in het uitbreidings
plan „Emer", waarin diverse nieuwe wegen liggen. Spreker kan niet de
garantie geven dat de Kwakkelhutstraat op korte termijn zal verdwijnen
en er een andere weg voor in de plaats komt. Het wegenplan sluit
aaneen aan de noordelijke invalsweg van de stad. Spreker zal ter zake
informeren en trachten voor de Kwakkelhutstraat zo spoedig mogelijk een
oplossing te vinden. Intussen zal hij proberen de straat voor de a.s.
wintermaanden begaanbaar te doen maken; in de zomermaanden is de
weg vrij goed.
Hierna wordt conform het voorstel be
sloten.
10. Schrijven van J. A. Simons inzake plaatsen rijwielen voor winkels.
De heer MELZER vindt het plaatsen van rijwielen voor andermans
zaken een onprettige aangelegenheid. Hij informeert of er maatregelen
te nemen ziin voor het weren van fietsen uit de binnenstad. Spreker
meent dat Tilburg een regeling heeft.
De heer MINDERHOUD zegt:
Mijnheer de voorzitter. In de laatste alinea van uw preadvies zegt U
o.a.t dat geen maatregelen kunnen worden genomen om het plaatsen
van rijwielen enz. op trottoirs te verbieden, dan alleen, indien algemene
verkeerstechnische belangen daartoe nopen. Die uitspraak is juist, doch
dit neemt niet weg, dat de heer Simons daarmede niet geholpen is. Hij
ondervindt de meeste hinder van de bezoekers van het café naast zijn
winkel geleoen. Verzoeken om riiwielen of bromfietsen op de daarvoor
bestaande plaatsen op de Grote Markt te stallen, worden niet ingewilligd.
Hier is dus min of meer sprake van plagerij. Is het nu niet mogelijk dat
de politie hiertegen optreedt? Deze plagerij gaat vormen aannemen van
optreden van jeugdigen, die elders, in grotere plaatsen in ons land, ook
voorkomen en nu met kracht bestreden worden. Laat men zulke excessen
en dat zijn het hier toe, dan wordt het van kwaad tot erger,
ook in andere delen van de stad en het einde is niet te zien. Daarom
wil ik vragen dit kwaad nu reeds de kop in te drukken voor het te
laat is.
De heer QUADEKKER merkt op dat deze aangelegenheid aanhaakt
aan zijn verzoek met betrekking tot een in te voeren parkeerverbod voor
rijwielen voor bepaalde straten op zaterdagmiddag. Dit zou mogelijk
ook tot andere dagen zijn uit te breiden, b.v. als grote zaken hun