16 SEPTEMBER 1959
291
Wat de opmerkingen ten aanzien van het vrijheidsbeeld betreft; deelt
spreker mede dat de kunstenaar het geplaatst heeft op een zuil. Wil
het uitkomen dan moet het inderdaad boven het verkeer worden uitgetild.
Al heeft het beeld dan een welgekozen bijnaam, persoonlijk vindt spreker
het mooi.
Al is er meermalen gezegd dat er overleg had moeten zijn, dan merkt
spreker op dat de raad de zaak aan bu-gemeester en wethouders heeft
gedelegeerd. Zou er overleg met de raad geweest zijn, dan zou de
klok weer worden teruggezet. Overigens is een wethouder politiek gezien
toch wel nauw met zijn fractie verbonden.
Zou de zaak in de verkeerscommissie, waar de materie uitvoerig is
besproken anders belicht dan bedoeld zijn, dan wil hij daarvoor gaarne
zijn excuses aanbieden.
Dat het besluit in een extreem snel tempo zou zijn uitgevoerd, kan hij
alleen maar toejuichen; er worden wel eens andere geluiden gehoord.
Spreker zou zich ten zeerste verheugen als de raad het beleid van
het college van burgemeester en wethouders in deze zou kunnen volgen.
Hij vraagt de heer Vermeulen of deze zijn motie nog wil indienen.
De heer VERMEULEN bevestigt dit omdat hij het op dit moment
nog niet nodig acht dat een parkeerverbod wordt ingesteld.
Hierna leest hij de navolgende motie voor:
De raad, gehoord de discussie naar aanleiding van het door het college
van burgemeester en wethouders ingestelde wachtverbod voor de zuid
zijde van de Grote Markt.
Overwegende;
dat ter verdediging van de getroffen maatregel door het college van
burgemeester en wethouders, argumenten worden aangevoerd welke eens
deels steunen op overwegingen van direct verkeersbelang, anderdeels op
overwegingen van algemene aard het aanzien van de Grote Markt be
treffende;
dat in het kader van het wegenverkeersreglement aan het college slechts
bevoegdheden werden gedelegeerd voor zover deze verband houden met
de verkeersvrijheid en/of verkeersveiligheid op dit moment;
dat de overige overwegingen derhalve vallen buiten deze delegatie
bevoegdheid van het college en als niet ter zake dienende kunnen worden
afgewezen;
dat zodra de nieuwe plannen met betrekking tot de inrichting van de
Grote Markt door de raad zijn vastgesteld, burgemeester en wethouders
eerst dan, ter uitvoering daarvan met gebruikmaking van hun delegatie
bevoegdheid een wachtverbod kunnen vaststellen;
Is van oordeels
Dat de verkeerssituatie aan de zuidzijde van de Grote Markt momenteel
geen aanleiding geeft tot het instellen van een wachtverbod.
En besluit:
Burgemeester en wethouders te verzoeken het reeds ingestelde wacht
verbod met ingang van heden te willen opheffen.
De VOORZITTER zegt uiteraard bezwaar te hebben tegen de inhoud
van de motie. Overigens zou hij gaarne zien dat in de laatste zin de
woorden „met ingang van heden" gewijzigd zouden worden in „met
spoed", teneinde burgemeester en wethouders de gelegenheid te geven
om nog te overleggen.
Met deze wijziging gaat de heer VERMEULEN akkoord.