j XL 296 14 OKTOBER 1959 de aannemer tot verdere concessies bereid zal zijn. Ook de minister heeft hierover gepraat, doch zonder resultaat. Spreker wil de kwestie gaarne nog eens ter sprake brengen in de vergadering van het college. Als de aannemer tot concessies bereid is, moet men toch niet teveel verwachten van een lagere huurprijs. Een verschuiving van de bouw van de helft van de 532 woningen naar 1961 is niet zo eenvoudig. Er wordt gewerkt naar een oud schema. Een nieuw schema moet weer door de minister worden goedgekeurd. Door de vervroeging op het schema wordt de overwinst van de aannemer, waarvan de gemeenten 75% krijgen, groter. De woningbouw in het gehele land verkeert in moeilijke omstandigheden, omdat de premieregeling op losse schroeven staat. Verschuiving van de woningwetbouw naar de premiebouw is thans zeker niet mogelijk. Als de gemeente 250 prontowoningen in 1960 zou bouwen, dan is er toch in Doornbos geen bouwterrein beschikbaar voor eventueel andere woning wetbouw. Men kan zo maar niet een, twee, drie huizen bouwen. Er moet bouwterrein zijn. Zodra er enige speling in het bouwvolume is, zullen ook de twee geplande tehuizen voor ouden van dagen aan de beurt komen. Er is nog geprobeerd extra bouwvolume te krijgen. Dit is echter niet gelukt. Nu de raad prijs stelt op nog een gesprek met de aannemer zal dit plaats hebben ondanks het feit dat spreker er weinig fiducie in heeft. Spreker hoopt dat de overwinst zo groot is, dat de huren meer dan 0,50 naar beneden kunnen. Zoals spreker reeds heeft gezegd staat de minister premiebouw door de gemeenten niet meer toe. De 50 door de gemeente gebouwde premiewoningen doen 70,tot 80,.per maand. De prontowoningen worden grif verhuurd, al komen er mensen in die er misschien niet thuis horen. Doch ook bij deze categorie zijn er velen, die nergens kunnen huren. Tenslotte wil spreker opmerken, dat alle vier de woningbouwverenigingen het verzoek hebben gedaan de exploitatie van de prontowoningen over te nemen. Deze kwestie zal eerst in het college ter sprake worden gebracht wanneer dit weer volledig is. De heer VERMEULEN hoopt, dat hetgeen de wethouder heeft gezegd voor burgemeester en wethouders aanleiding is een gesprek te hebben met de bouwondernemer. Hij komt liever niet met een motie als dc wethouder terzake een concrete toezegging doet. De heer VAN B1JNEN merkt op, dat dit contact zal moeten gaan over twee punten en wel: 1. splitsing van de bouw over twee jaren; 2. verlaging van de kosten. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat dit zal gebeuren. Komt er echter extra bouwvolume, dan wordt er niet gesproken over splitsing. De heer VAN BIJNEN is het hiermede eens. De bedoeling van de raad is, dat er goedkope woningen komen. Hierna wordt het verslag van de afde ling voor kennisgeving aangenomen. 11. Bestratingen. De heer RATTINK zegt, dat het voorstel spreekt van verzoeken van de afgelopen maanden. Beter ware te spreken van 24 maanden. Overigens is spreker met het voorstel tevreden. De diverse objecten zijn genummerd. Is het de bedoeling, dat de verbeteringen in deze volgorde worden afge werkt? De heer HULSKRAMER merkt op, dat hier sprake is van het straten plan 1959. Wordt er dan dit jaar nog aan begonnen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 326