J 3 360 14 OKTOBER 1959 staat, dat de huur ad 70,per maand wordt verhoogd met ƒ51,60. Is dit de verhoging per maand? Zo ja, dan acht spreker de afschrijvings termijn van 14 mnd. veel te kort. De VOORZITTER antwoordt, dat de verhoging per maand 51,60 bedraagt. De vraag rijst of het gebouw nog 3 jaar gebruikt kan worden. Overeenkomstig het voorstel wordt be sloten. 27. Aanleg sportvelden. De heer VAN DEN EEDEN vraagt of dit werk in g.s.w.r.-verband wordt uitgevoerd of als aanvullend werk. Krijgt de gemeente 100% of 90 subsidie? De heer VAN GISBERGEN vraagt of het de bedoeling is, dat er een eenvoudige kleedruimte wordt gebouwd. De heer VAN DE NOORT acht het voor maaien uitgetrokken bedrag ad 15.000,.aan de hoge kant. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat ook in de afdeling voor openbare werken dezelfde vragen zijn gerezen. Het is mogelijk nog enige verbeteringen in het plan te brengen. Het is echter juist te beginnen met het plan zoals het er ligt. In overleg met de sportleraren kunnen nog ver beteringen worden aangebracht. Hierbij kan ook het bouwen van een eenvoudige kleedgelegenheid aan de orde worden gesteld. Het is de bedoeling de sportvelden voor ten minste 10 jaren aan te leggen. Dit is nodig om subsidie te krijgen. Van het krediet ad 80.500,— komt 42.657,50 ten laste van de gemeente. Hoe het werk precies wordt uitgevoerd kan spreker niet zeggen. Voor het grasmaaien wordt niet meer uitgegeven dan het werkelijke bedrag. Het bedrag ad 15.000,lijkt ook spreker nog al wat aan de hoge kant. De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat het niet duidelijk is hoe het werk wordt uitgevoerd. Als aanvullend werk of in g.s.w.r.-regeling. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat het als aanvullend werk wordt uitgevoerd. Hierna wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 28a tlm e. Diverse aankopen. 29. Terugkoop van grond. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 30. Bevordering industrievestiging. De heer MELZER is van mening, dat de raad heel voorzichtig moet zijn met deze delegatie. Gaat zij door, dan wordt de raad op dit punt helemaal overbodig. Spreker acht het voorstel niet juist. Hij vindt het beter dat over deze zaken in het openbaar wordt gesproken. De onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 330