14 OKTOBER 1959 JU -391 handelingen tussen gemeente en industrieën dienen niet aan de publieke zaak te worden onttrokken. De heer KAMPHUYS is het in wezen eens met de heer Melzer. Spreker krijgt zo langzamerhand het gevoel, dat deze gehele zaak hem gaat ontglippen. Spreker vraagt of het waar is, dat de gemeente niet veel succes heeft met industrievestiging. Er is nu een Amerikaans bedrijf in de Krogten gevestigd. Dank zij vele faciliteiten is dit bedrijf er gekomen. Van veel belang voor de werkgelegenheid is dit bedrijf niet, omdat er maar 22 man werken. Spreker vraagt voorts de aandacht voor een geval dat een inwoner van Breda geen gelegenheid kreeg hier voor industriedoeleinden te bouwen. Als dit zo is, dan schiet men hier het doel voorbij. Spreker zou gaarne weten wie hiervoor verantwoordelijk is. De heer VAN BIJNEN is in het algemeen ook niet voor delegatie. De raad is echter in de raad van commissarissen van de industrie n.v. stevig vertegenwoordigd. Er is al een delegatie voor 4 ha, dan is er voor de rest van de industrieterreinen ook geen bezwaar. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat er twee mogelijkheden zijn. De raad verkoopt de industrieterreinen aan de industrie n.v. voor de prijs zoals deze is vastgesteld onder goedkeuring van gedeputeerde staten of de raad delegeert aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid aan de N.V. te verkopen. Burgemeester en wethouders achten de laatste vorm gemakkelijker. Het is in ieder geval nodig de N.V. wat meer armslag te geven. De 4 ha. die zij thans heeft zijn niet voldoende. Daarom is het verstandig deze maatregel thans te treffen. De raad wordt van elke transactie op de hoogte gesteld. Hij wordt dus niet miskend en geeft niets uit handen. De prijzen liggen vast. Men moet vertrouwen hebben in de industrie n.v. Deze zal zeker de belangen van de gemeente voor ogen houden. Van het geval waarop de heer Kamphuys doelt is noch bij burgemeester en wethouders, noch bij de industrie n.v. iets bekend. Burgemeester en wethouders dachten oorspronkelijk dat zijn bewering doelde op een ander geval. Dit geval wordt thans opnieuw bezien. De Vomati is thans naar een andere gemeente, doch daar wilde de raad zelf niet aan. De heer VAN GISBERGEN zegt dat de delegatie dus ook niet verder gaat dan de normale verkoop van grond. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat de industrie n.v. krediet heeft gekregen van de raad. Zij zal dit krediet zo goed mogelijk bewaken. Als er faciliteiten worden verleend, dan geschiedt dit op deugdelijke gronden. De industrie n.v. moet echter wel de bevoegdheid hebben bepaalde faciliteiten te verlenen. De heer VAN GISBERGEN is van mening, dat delegatie dan te ver gaat. De heer ZIJTREGTOP vraagt of nu alle industriegrond, welke de gemeente heeft, aan de industrie n.v. wordt overgedragen. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat burgemeester en wethouders dit mogen doen. Echter kan de raad ook nog industriegrond verkopen. Die grond is dan niet meer van de industrie n.v. Ook over de gronden buiten de Krogten kan de industrie n.v. beschikken. De heer MELZER heeft wel vertrouwen in de industrie n.v., doch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 331