■UI 302" 14 OKTOBER 1959 hij vreest dat de raad met aanneming van dit voorstel het paard van Troje binnenhaalt t.o.v. de reeds in Breda gevestigde industrieën. Het is niet bekend welke gronden worden overgedragen. Spreker acht de delegatie niet nodig. De verkopen gaan er in de raad altijd vlot door. De raad dient uiterst voorzichtig te zijn met delegatie. De heer VERMEULEN zegt, dat destijds is besloten tot het oprichten van de industrie n.v. om op het gebied der industrialisatie meer actief te kunnen zijn. Het is van belang voor een doelmatig beleid dat de industrialisatie geschiedt via een orgaan. De industrieën weten waar ze moeten zijn. Aan de N.V. is een krediet verleend van 1.000.000,. Als aandelenkapitaal is 4 ha. grond ingebracht. Dit is een veel te kleine oppervlakte om er goed mee te kunnen werken. Thans is de toe stand dus zo dat een industrie zich kan wenden tot twee instanties en wel: 1. openbare werken met een groot complex gronden: en 2. de N.V. met een veel kleiner complex. De raad van commissarissen der N.V. was van mening, dat de N.V. over een veel groter complex gronden zou moeten kunnen beschikken. De gemeenteraad hoeft niet bang te zijn voor een grotere bevoegdheid der N.V. omdat er een goed repressief toezicht mogelijk is. Bij ieder jaarverslag kan de raad zeggen, dat het hem te gortig wordt. Het zal wellicht menigeen verwonderen, dat spreker dit pleidooi voor het voorstel houdt. Als er echter door delegatie doel matiger en efficiënter kan worden gewerkt, dan zal spreker hier steeds voor zijn. Mocht de raad er anders over denken, dan kan er mee worden opgehouden. De N.V. moet gelegenheid hebben te tonen wat zij kan. Haar moet een fair chance worden gegeven. Het bestuur moet dan echter weten, dat de raad achter de N.V. staat. De heer VAN HOUTEN zegt, dat de bevordering der industrialisatie bij de N.V. dient te blijven, doch dat de raad over de verkoop van grond moet beslissen. De heer Vermeulen zegt weliswaar dat de raad zijn dele gatie kan intrekken als uit het jaarverslag blijkt, dat de zaak niet goed draait, maar dan is het kwaad al geschied. De heer VERMEULEN antwoordt dat naast doelmatigheidsoverwegingen ook vooral heeft gegolden, dat de industrie n.v. bij het afsluiten van contracten de nodige slagvaardigheid moet kunnen opbrengen. Is er een raadsbesluit en goedkeuring nodig dan is de slagvaardigheid reeds teloor gegaan. De heer VIS merkt op, dat hij in de afdeling voor openbare werken ook aanvankelijk vreemd tegen het voorstel heeft aangekeken. Tenslotte heeft hij er zich mee verenigd. Van elke transactie krijgt de raad zo spoedig mogelijk bericht. Hij kan zijn repressief toezicht dan al geldend maken en niet alleen bij het jaarverslag. De heer VAN HOUTEN zegt. dat bij deze kwestie geschermd wordt met het woord slagvaardigheid. Haastige spoed is zelden goed. Dat ziet men aan het verleden. Hadden we de industrie gehad, die zich toen in Breda wilde vestigen, dan hadden wij dit nu betreurd. Wethouder JONGBLOED heeft weinig toe te voegen aan hetgeen door de heer Vermeulen is gezegd. De heer Melzer schijnt bang te zijn voor het binnenhalen van industrieën, die met bestaande industrieën zullen concurreren. Spreker is verwonderd deze woorden te horen uit de V.V.D.- hoek. Bij industrievestiging bij voorbaat concurrentie uitsluiten is niet mogelijk. Dit kan de industrie n.v. niet op zich nemen. Elk geval wordt nauwkeurig bekeken. Met het door de heer Van Houten bedoelde voor beeld is het niet zo, dat wij ons een bepaalde industrie op de hals gehaald zouden hebben. Overigens is spreker het eens met de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 332