T
JJH
30C 14 OKTOBER 1959
41. Onteigening A. P. Vriends.
42. Verbetering straatverlichting.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
43. Rechtsgedingen onteigening Doornbos.
De heer QUADEKKER heeft gelezen dat er tegen vier verschillende
personen of rechtspersonen wordt geprocedeerd. Van een van deze is
4 ha. grond nodig. Spreker vraagt of met de belangen van deze industrie
wel voldoende rekening is gehouden.
Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat de hier bedoelde gronden
van de Hero aan de overzijde van de spoorlijn liggen. Zij zijn door
de Hero verhuurd. Het is de bedoeling dat met de Hero een grondruil
plaats vindt, doch de grond die de Hero wil hebben is nog van de
Nederl. Spoorwegen. De Hero heeft reeds toestemming gegeven om de
grond in gebruik te nemen. Het raadsbesluit is een veiligheidsmaatregel.
Rondvraag.
De heer CAMPHENS merkt op, dat er in de Dr. Struyckenstraat tussen
de Koetshoek en het Dr. Ariënsplein een lap grond ligt, waar geregeld
vuil wordt gestort. Hij verzoekt burgemeester en wethouders hier een
bordje te doen plaatsen met „verboden vuil te storten".
Voorts vraagt hij de aandacht van burgemeester en wethouders voor
het speeltuintje aan de Banckertweg. Dit is half kapot en de omwonenden
hebben er veel last van. Zij zouden gaarne zien, dat dit speeltuintje zou
worden verlegd naar een groter open stuk tussen de Banckertweg en
de achterzijde van de Piet Heynlaan.
De heer VAN DUYL vraagt de aandacht voor het meubilair in de raad
zaal. De leuning van zijn stoel zit nl. los.
De heer MELZER zegt, dat er onlangs een propaganda-avond is
geweest van de dierenbescherming. Er is toen nogal wat kritiek geleverd,
dat in een grote stad als Breda geen verordening tegen kettinghonden
bestaat. Deze verordening is vermoedelijk nog niet tot stand gekomen
in afwachting van het ontwerp-dierenwet. Willen burgemeester en wet
houders hieraan de nodige aandacht schenken?
De heer HULSKRAMER zegt dat er in een dienstleiding van de gas-
toevoer voor de woningen aan de Epelenberg onlangs een grote scheur
is ontdekt. Spreker vraagt of deze leidingen van te voren niet worden
afgeperst, zoals bij de leidingen binnenshuis geschiedt. Was er hier
sprake geweest van een kleine fout in de dienstleiding dan had zulks
fatale gevolgen kunnen hebben.
De heer VERMEULEN merkt op, dat de verbinding door de stads
bussen van het Brabantpark met het station niet correspondeert met de
vertrektijden van de treinen. Spreker vraagt burgemeester en wethouders
hierover contact op te nemen met de B.B.A. Hierna schorst de voorzitter
dc openbare vergadering.