26 OKTOBER 1959 Tegenwoordig: Mevr. TH. M. M. DE BONTE-MUNNIK, Mevr. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mej. D. M. t'SAS en de heren A. C. BASTIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAANSEN, W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN. G. CAMPHENS, P. J. VAN CAULIL, H. J. C. COSIJN, mr. B. W. M. DRION, C. A. VAN DUIJL, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, J. J. J. HILTE, K. VAN HOUTEN, G. F. HULSKRA MER, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, D. J. A. KRAMERS. A. KROON, F. J. MELZER, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDER- HOUD, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, J. H. M. QUADEKKER, A. J. A. RATTINK, H. F. W. STOKKERMANS, H. VAN TOLEDO, J. F. V. VERMEULEN, drs. P. VIS, F. VAN WERKHOOVEN, drs. N. H. ZIJTREGTOP. Afwezig: de heren H. BIEMANS, F. H. M. MOL en J. VER SCHUREN. Voorzitter: de heer J. A. MEIJS. Secretaris: de heer mr. PH. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER deelt mede, dat op de tafels van de raadsleden is gelegd een voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van een nieuw besluit voor het op korte termijn beleggen van overtollige kasmiddelen. De heer ZIJTREGTOP vraagt of als over een jaar zich een zelfde situatie voordoet, dit besluit dan ook zonder meer van kracht is. De VOORZITTER beantwoordt dit bevestigend. Burgemeester en wethouders zijn echter bereid de levensduur van dit besluit te beperken tot een jaar. De heer QUADEKKER zegt dat in de laatste regel van het voorstel staat dat het ontwerp-raadsbesluit ter visie ligt. Spreker heeft dit besluit nog niet gezien en vraagt de behandeling van dit voorstel uit te stellen tot na de pauze. De VOORZITTER gelooft niet dat het ontwerp-besluit bestudering nodig maakt. Burgemeester en wethouders verkeren in tijdnood en ver zoeken de raad het voorstel thans te behandelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 337