344 26 OKTOBER 1959 Opgemerkt werd toen, dat we voorzichtig moesten zijn met het ver plichten van mensen met smalle beurzen tot het in gebruik nemen van dure apparaten, welke voor velen onbetaalbaar zouden blijken te zijn en tot onnodig verbruik zouden uitnodigen. Intussen zijn de getroffen voorzieningen nog uitgebreid en men moet van mij aannemen, dat ik gaarne de arbeiders evenals andere groeperingen gun, dat ze een huis bewonen dat hun het nodige comfort biedt, doch de huren moeten betaalbaar zijn. Reeds zijn diverse jonggehuwden in huizen getrokken waarvan de huren ver boven hun draagkracht liggen, wat deze mensen dringt naar bezuinigingen op allerlei andere noodzakelijke dingen, zodat geld voor ver zet of cultuur ten enenmale ontbreekt en velen zelfs dwingt tot verhuizing, zo mogelijk, naar huizen met lagere huren, wat op zich weer dure verhuiskosten met zich brengt. Nu weet ik wel, dat deze feiten meestal te wijten zijn aan de particu liere woningbouw, speciaal door verzekeringsmaatschappijen, welke boven dien deze mensen meestal nog verlokt hebben tot het sluiten van hoge levensverzekeringen. Men mag echter niet vergeten, dat deze onmogelijke toestanden niet waren ontstaan als de gemeente voor meer goedkope huizen had kunnen zorgen, waartoe toch wel mogelijkheden bestaan en ik vraag me af of burgemeester en wethouders deze mogelijkheden wel voldoende hebben uitgebuit. Volgens de directeur van openbare werken te Maastricht, de heer v. d. Venne, zijn de stichtingskosten van volkswoningen zodanig te verlagen, dat de huren met 10 a 12% verlaagd zouden kunnen worden. De heer v. d. Venne noemde drie middelen die daartoe kunnen bijdragen: le) dient men te zorgen voor een zodanige stedebouwkundige planning, dat eerst de minder waardevolle gronden aan de bcurt komen en eerst later de waardevolle cultuurgronden; 2e) dient men renteverlies te voorkomen door coördinatie tussen het stijdstip van aankoop of onteigening en het tijdstip van het bouwrijp maken; 3e) tenslotte moet men gewassenschade vermijden door de gronden in september in gebruik te nemen, dus op zodanig tijdstip dat geen te velde staande gewassen moeten worden vergoed. Door de realisatie van een efficiënte stedebouwkundige structuur acht de heer v. d. Venne het mogelijk tussen 500 en 1000 gulden per woninq te besparen. Het contract voor de bouw van de 1250 Pronto-woningen, waardoor een groter risico zou zijn gelopen, heeft de gemeente kansen op lagere stichtingskosten ontnomen. Een contract dat in 1956 voordelig leek, was dit in i 958 en 1959 niet meer. Een aannemer met zulke langlopende contracten met 4 grote gemeenten voelt zich zo veilig als een rijksambtenaar, met dien verstande, dat zijn arbeid eniqermate beter betaald wordt. Gezien het risico voor de gemeente zou ik uw college en de raad met klem willen verzoeken zo langlopende contracten in de woningbouw te vermijden. Tot slot van dit onderwerp zou ik uw college willen verzoeken al het mogelijke te doen om vooreerst te komen tot de bouw van woningen voor mensen met de smalle beurs, daar in deze sector nog steeds het grootste tekort bestaat. Daarbij mag de verhouding 1 2 hoogbouw tot laagbouw niet verder verstoord worden dan zij al is. Onderhoud. We hebben begrip voor de verhoging van de posten opgevoerd voor het onderhoud van wegen, bruggen, havens, riolen enz. en vertrouwen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 344