348
26 OKTOBER 1959
is, dat hun stemmen niet van doorslaggevende betekenis zijn als de
K.V.P.-raadsfractie, zich haar grote verantwoordelijkheid bewust, zich
toch niet door deze, soms overmatige, kritiek van haar weloverwogen
standpunt laat afbrengen.
Tenslotte, mijnheer de voorzitter, rest mij nog u en de raad te bedanken
voor uw welwillende aandacht en spreek ik de wens uit, dat deze
begrotingsbehandeling vruchtbaar moge zijn en, eenmaal door de raad
aanvaard, dat ook verder het oordeel van het controlerende orgaan zo
gunstig moge zijn, dat aan de redelijke verlangens in onze begroting kan
worden voldaan.
Ik dank u.
De heer VERMEULEN zegt:
Algemeen.
Mijn algemene beschouwingen, mijnheer de voorzitter, zou ik ditmaal
willen beginnen met het memoreren van enkele voor onze raad zowel
als voor uw college belangrijke gebeurtenissen in het achter ons liggende
jaar.
Voor de direct betrokkenen zijn dit deels gebeurtenissen geweest van
droevige, deels van prettige aard. Voor uw college en voor onze raad
hebben zij altijd verlies betekend.
In de allereerste plaats, mijnheer de voorzitter, wil ik herdenken het
plotselinge verscheiden van wethouder Romsom, waardoor een voor deze
raad oude vertrouwde figuur aan uw college kwam te ontvallen.
Vanaf deze plaats, mijnheer de voorzitter, willen wij onze waardering
uitspreken over datgene, wat door hem in zijn langdurige loopbaan als
wethouder voor onze gemeente werd gedaan.
Daarbij willen wij gaarne in het bijzonder memoreren, de grote belang
stelling welke hij altijd had voor de zorgen en noden van de z.g. „kleine
man." Zelf voortgekomen uit de arbeidersbeweging wist hij zeer wel, dat
ondanks de grote vooruitgang welke er op sociaal terrein is geboekt,
deze groep vooral in economisch opzicht nog altijd zeer kwetsbaar is.
In zijn handelen, mijnheer de voorzitter, heeft hij naar onze overtuiging
daarmede steeds ten volle rekening willen houden.
Moge hem, mijnheer de voorzitter, de rust en de vrede deelachtig zijn
geworden welke hij door zijn arbeidzaam leven, voor een groot deel ook
besteed aan het algemeen belang, ten volle heeft verdiend.
Ook andere gebeurtenissen, mijnheer de voorzitter, hebben grote invloed
gehad op de samenstelling van uw college. De oorzaken daarvoor waren
gelegen in de politieke ontwikkeling op landelijk niveau als gevolg
van de regeringscrisis in december van het afgelopen jaar.
De daaropvolgende kabinetsformatie heeft o.m. een ware uittocht ver
oorzaakt uit uw college. Alhoewel wij ons uiteraard verheugen over het
feit, dat zowel uw voorzitter alsmede ook een ander lid van uw college
waardig zijn bevonden voor het vervullen van functies op hoger bestuur
lijk niveau, kan dit ons toch niet blind doen zijn voor het feit, dat een
zodanig grote aderlating van uw college mede door het tijdstip waarop
deze heeft plaats gevonden van betekenis moet zijn voor de huidige
begrotingsbehandeling.
Door de hiervoor gememoreerde gebeurtenissen ziet de raad zich bij
deze begrotingsbehandeling geplaatst tegenover een niet volledig college,
terwijl bovendien de helft van het aantal leden daarvan eerst sedert kort
in functie is.
Niemand zal waarschijnlijk willen ontkennen, mijnheer de voorzitter, dat
de voorzitter, zowel van uw college als van onze raad, een belangrijke
betekenis dient te worden toegekend terzake van beleidsbepalingen. U
zult mij goed willen begrijpen als ik stel, dat deze voorzitter bij deze